Sport en beweging is een geweldig middel om zorg te dragen voor je fysieke en mentale gezondheid. Vele mensen zouden er baat bij hebben om meer te bewegen. Maar voor sommigen kan de relatie met beweging echter problematisch worden. In deze blog wil sportpsycholoog Cedric Arijs dan ook focussen op de zeldzamere – en daarom helaas vaak over het hoofd geziene – groep individuen die ongezond veel beweegt.
Wat is te veel bewegen en wanneer spreken we van beweegverslaving?
We spreken van te veel bewegen als mensen te lang of te intens bewegen zonder rekening te houden met hun persoonlijke mentale en/of fysieke limieten.
Een beweegverslaving wordt door de meeste handboeken (nog) niet als een specifieke vorm van verslaving of aandoening gezien. Deze problematiek is moeilijk te herkennen door het feit dat beweging op zich heel gezond is en mensen die overmatig veel sporten vaak veel complimenten krijgen vanuit de omgeving. Ze zien er fit en strak uit en worden geprezen voor hun doorzettingsvermogen. Wanneer ben je dan te fanatiek of obsessief aan het sporten? We kunnen enkele criteria of waarschuwingssignalen herkennen:
- Zorgen maken of onrustig worden als je niet kan bewegen (~ ontwenningsverschijnselen)
- De beweegroutine heeft een negatieve invloed op relatie(s) en job
- Geen pauzes nemen bij vermoeidheid, blessure of algemeen niet lekker voelen
- Elke dag één of meerdere keren intensief sporten
- Excuses maken om te kunnen bewegen, vb. sociale activiteiten overslaan
- Geen plezier meer halen uit beweging, maar zich toch verplicht voelen om het te doen
- Het gevoel hebben dat fysieke activiteit het belangrijkste in je leven is en dat het voor een groot deel je identiteit bepaalt.
Hoe ontstaat een beweegverslaving?
Mensen die frequent sporten zullen kunnen getuigen dat het lichaam stofjes aanmaakt waarvan we een gelukzalig gevoel krijgen. Voor sommigen zal dit effect verslavend werken en zal men het steeds vaker opzoeken en meer willen trainen om het effect krachtiger te kunnen ervaren.
Naast fysiologische mechanismen spelen ook mentale aspecten een rol bij beweegverslaving. Zo kan beweging overmatig opgezocht worden als copingsmechanisme om zich niet langer angstig, onzeker of neerslachtig te voelen. Fysieke activiteit geeft de persoon een sterker gevoel van controle over het leven. Ten slotte kan ook een vervormd zelf- of lichaamsbeeld het beweeggedrag gaan beïnvloeden.
Omdat men obsessief bezig is met ‘gezond’ leven en het trainen van het lichaam, gaat te veel bewegen soms ook hand in hand met eetproblemen. Zo gaan personen met een eetstoornis soms excessief sporten om extra calorieën te verbranden. Sommige studies benoemen dit dan als ‘secundaire beweegverslaving’. Toch mag men niet zomaar uitgaan van een link met eetstoornissen, aangezien de obsessie rond bewegen niet per se gerelateerd hoeft te zijn aan het eetgedrag en ook op zichzelf kan bestaan (‘primaire beweegverslaving’).
Voorbeelden uit de praktijk
Volgende beschrijvingen zijn fictieve voorbeelden, gebaseerd op echte personen uit de praktijk.
- Jens (28j) had in zijn jeugd veel gevoetbald en sinds hij begon te werken was lange afstand lopen makkelijker in te plannen in zijn dagschema. Hij bleek er ook aanleg voor te hebben en na enkele succesvolle 10km en halve marathonwedstrijden, zette hij zijn zinnen op een eerste marathon. Voor de buitenwereld deed hij het top en hij kreeg dan ook veel aanmoediging op zijn trainingen via Strava. Vanuit familiale kring kreeg hij echter andere signalen. Zijn vriendin merkte op dat hij steeds vaker sociale activiteiten liet vallen en dat hij zeer gefrustreerd rondliep wanneer hij een training moest overslaan of hij geen goede cijfers haalde tijdens een training. Zijn vader, die vroeger zelf succesvol marathons liep, waarschuwde dat hij te snel te hard wou evolueren. Het is dankzij hun opmerkingen dat Jens langzaam begon te beseffen dat het lopen hem beheerste in plaats van omgekeerd.
- Marouan begon op zijn 17e aan krachttraining te doen met enkele vrienden. Hij was een tengere jongen, maar hij merkte dat naarmate zijn fysieke verschijning evolueerde hij meer aandacht en respect van anderen kreeg. Hij verdiepte zich in bodybuilding en leerde wat hij kon over gezond eten om zijn spiergroei te ondersteunen. Hij startte een YouTube kanaal om andere jongeren te stimuleren te sporten en zorg te dragen voor hun lichaam. De online commentaren over hoe hij er toch nog niet zo goed uitzag als YouTuber X of Y, maakte dat hij nog harder ging trainen. Op een dag, na de zoveelste intense training, brak hij in tranen uit voor de spiegel. Hij besefte dat hij al lang de fysieke vorm had waar hij ooit van droomde, maar dat zijn hoofd hem bleef vertellen dat hij toch niet goed genoeg was.
- Tijdens de corona lockdowns was sporten één van de weinige dingen die nog buitenshuis mochten gebeuren. Voldoende bewegen werd zelfs aangeraden. Om de muren niet op te lopen trok Sarah (42j) er dagelijks op uit om te lopen. Ze merkte dat het hielp tegen overmatig piekeren. Naarmate de lockdown langer duurde ging ze tweemaal per dag een duurloop doen, gecombineerd met yoga en krachttraining thuis. Pas toen de restricties wegvielen en er terug meer sociaal contact mogelijk was, besefte ze dat ze helemaal niet meer kon stoppen met bewegen.
Al deze mensen sporten en trainen veel, waardoor je je kan afvragen wat het verschil is met topsport? Bij ongezond veel bewegen of een sportverslaving traint men het lichaam echt kapot omwille van de mentale druk die men op zichzelf legt. Terwijl topsporters toegewijd zijn en zeker ook externe of interne druk kunnen ervaren, zal het merendeel van de topsporters meer psychologische flexibiliteit ervaren en het belang van rust erkennen om topprestaties neer te zetten. Vaak zal een topsporter ook onder een waakzaam oog van omkadering vallen, terwijl een afhankelijkheid van beweging zich zeer geïsoleerd en afgeschermd kan ontwikkelen. Dit is uiteraard een extra risicofactor.
Herstel en behandeling
Het is belangrijk terug een balans te vinden en beweging opnieuw te zien als een waardevol en gezond gedrag, zonder dat het aanvoelt als een identiteitsbepalende must.
Connecteer met anderen die het goed met je voor hebben omwille van wie je bent, niet omwille van je prestaties of lichamelijke verschijning. Neem rustdagen en leer opnieuw te bewegen met mate voor het plezier van de activiteit op zich, niet voor de cijfers of complimenten van anderen. Een psycholoog of psychotherapeut met ervaring in verslavingsproblematieken, eetstoornissen en/of sport- & bewegingspsychologie kan je verder helpen om deze gezonde relatie met beweging terug te vinden.