Zonnebrand wordt onderschat in de sport. We zijn traditioneel goed beducht op spier- en gewrichtsletsels en andere orthopedische blessures, we beginnen ook al iets meer aandacht te hebben voor hersenschuddingen of microtraumata door valpartijen en botsingen in de sport, maar zonnebrand? Daar zijn we ons amper van bewust. Marc geeft je uitleg waarom je jezelf en je kinderen moet insmeren als je sport, ook in de lente!
Sinds op 1 maart de meteorologische lente begonnen is – op de start van de astronomische lente moeten we dit jaar nog wachten tot zaterdag 20 maart, dat scheelt elk jaar een dag of twee – kunnen buitensporters weer geregeld van de zon genieten. Door corona zal dat nog meer het geval zijn dan anders, want binnensport is op het moment dat ik deze blog schrijf nog steeds geen optie. Ik heb trouwens de indruk dat die zon dit jaar op sommige dagen al meer kracht heeft dan andere jaren in maart. In elk geval, met de zon keert ook het risico op zonnebrand terug. Alle buitensporters houden daar maar beter rekening mee, maar voor kinderen die sporten, is het risico nog groter dan voor volwassenen sporters.
Het bleke wintervel
Kinderhuid is dunner dan volwassen vel. Als een kind zonnebrand oploopt, dan is het risico op huidkanker levenslang verhoogd. Dat is al na één keer verbranden het geval, maar het risico neemt natuurlijk toe met het aantal verbrandingen en de oppervlakte van de aangetaste huid. Vooral ’s zomers worden we om de oren geslagen met gezeur over zonnebrand, maar ik zeur heel bewust nu al. In volle zomer of bij het zwembad zijn ouders zich meestal wel bewust van het ultraviolette gevaar. Trouwens, in de grote vakantie “brandt” de jeugdsport sowieso op een laag pitje. Dat is heel anders in de maanden maart, april en mei, wanneer iedereen weer naar buiten rent met dat bleke wintervel. In deze periode spelen en sporten kinderen ook heel vaak buiten en zijn er ook veel openluchttoernooien. Als zo’n toernooi op een zonnige dag plaatsvindt, dan lopen kinderen vaak uren te sporten onder de zon. En op de momenten dat kinderen of teamgenoten even pauze hebben, staan ze meestal naar andere sportertjes te kijken; in de zon! We hebben er als ouders en sportbegeleiders geen erg in, maar uiteindelijk hebben die kinderen dus zowat de hele dag in de zon gesport, gespeeld, gezeten of gestaan, terwijl we zelf de helft van de tijd in de schaduw van de dranktent hebben doorgebracht.
Astronomie voor beginners
Zonnebrand wordt onderschat in de sport. We zijn traditioneel goed beducht op spier- en gewrichtsletsels en andere orthopedische blessures, we beginnen ook al iets meer aandacht te hebben voor hersenschuddingen of microtraumata door valpartijen en botsingen in de sport, maar zonnebrand? Daar zijn we ons amper van bewust. Nu moet het gezegd dat je niet even snel zult verbranden als je sport en dus in beweging bent dan wanneer je een uur roerloos langs het zwembad ligt te slapen op een hete middag. De zon krijgt bij een voortdurend wendende sporter minder kans om een specifiek stuk huid zo lang te bestralen en op te warmen dat die zone verbrandt, maar op een gegeven moment is het natuurlijk toch zo ver.
Waarom zijn we ons daar zo slecht van bewust? Wel, dat komt onder meer omdat we niks kennen van astronomie! Doordat het in april en mei nog relatief koel is, voelen en beseffen we niet dat de zon ook in de lente al hoog klimt. Het is vooral die hoogte van de zon die de brede invalshoek op de huid en dus ook het risico op zonnebrand bepaalt, en niet zozeer de temperatuur. De zon bereikt haar hoogste punt zoals bekend rond 21 juni, bij de zomerzonnewende, de start van de astronomische zomer. In de weken en ervoor is de zon, als ze schijnt, even ongenadig als in de weken erna. Wat uv-straling betreft, is de maand mei dus net zo gevaarlijk als de maand juli, is april even riskant als augustus, en maart net zo link als september. Maar welke sportouder of trainer denkt eraan jonge sportertjes in de lente al in te smeren met zonnemelk, laat staan een petje of een shirt met lange mouwen te geven? En welke volwassen sporter trekt zich iets aan van het risico dat hij of zij zélf loopt?
Melk is gezond
De boodschap is dus zonneklaar: bescherm jezelf en je kind op tijd met zonnemelk, ook in de lente en ook in de sport. Dat hoeft geen duur product te zijn; zowat alles wat in ons land te koop is, voldoet. Factor 50 is voor de meeste sporters en de gemiddelde duur van een buitensportactiviteit oké. Zelfs ’s winters kan smeren nodig zijn, en niet alleen op de skipiste. Dit jaar hebben we in februari al dagen met 18 graden gehad en momenten dat de koperen ploert behoorlijk hard brandde. Bespaar jezelf en je kind de pijn en de jeuk van zonnebrand en zeker het verhoogde risico op huidkanker. Uit een studie van 2018 bij Australiërs – en in dat zonovergoten land vol bleekhuiden van Britse komaf wonen veel ervaringsdeskundigen – blijkt dat volwassenen die in hun kindertijd geregeld werden ingesmeerd met zonnemelk 40 procent minder risico lopen op een melanoom dan Australiërs die al kind zelden werden ingesmeerd.
Zonnesteek en hitteslag
Huidkanker is overigens niet het enige risico. Denk maar aan zonnesteken en hitteslagen. Een zonnesteek kun je oplopen door lange blootstelling aan de zon. Een hitteslag krijg je als de thermostaat in de hersenen ontregeld raakt. Dat kan in de zon optreden, maar ook onder een bewolkte hemel, bijvoorbeeld bij inspanningen in vochtige warmte wanneer je zweet niet verdampt, of zelfs binnen, als de sporter te warm gekleed is. We denken niet altijd aan een hitteslag als het slachtoffer niet in de zon is geweest. Mogelijke symptomen van zowel zonnesteken als hitteslagen zijn:
- duizeligheid
- dorst
- koorts
- weinig zweten
- onrustigheid
- spierkrampen
- hoofdpijn
In ernstige gevallen riskeer je ademhalingsklachten, hallucinaties, epileptische aanvallen, bewusteloosheid, coma en zelfs overlijden!
Als je een hitteslag of zonnesteek vermoedt:
- Breng de sporter in de schaduw of naar een koele plek
- Trek de kleren uit
- Bedek de huid met natte doeken
- Geef kleine slokjes water te drinken
- Raadpleeg een arts als de symptomen niet snel verbeteren
Hittekrampen
Om af te ronden nog iets over hittekrampen. Als een sporter heel veel zweet, dan verliest die zouten, natrium en andere mineralen. De combinatie van vochtverlies, zoutverlies en vermoeidheid kan spier- of buikkrampen veroorzaken. Hoe snel dat proces intreedt, varieert sterk van persoon tot persoon, maar als je gauw krampen krijgt in de warmte, dan kun je die tegengaan door vóór het sporten of tijdens de pauze een sportdrankje of een beetje zoute chips te nemen. Het is niet zeker of dat zal werken – wetenschappers zijn het niet eens over het aandeel van zoutverlies in het optreden van krampen – maar het kan weinig kwaad om het te proberen.
Samengevat: mijn factor 50 staat klaar en ondanks alles hoop ik vurig dat het een lekker lente en straks weer een lange, hete zomer wordt, met zo weinig mogelijk corona, veel sport, veel dorst en veel terrasjes.