Sportgeneeskunde
Genderonrust in topsport
Sporter Blog Sportgeneeskunde Gezond Sporten Gezond Sporten EthiekEr is heel wat te doen over sekse- en genderdiverse personen in de (top)sport, denk maar aan de recente Olympische en Paralympische Spelen. Prof. Dr. Piet Hoebeke (uroloog en expert in dit vakgebied) schreef voor Sportieq een blog over deze moeilijke discussie.
Lia Thomas, een 25-jarige Amerikaanse zwemster en transvrouw, begon haar transitie in 2019 toen ze 20 jaar oud was. Volgens de regels van de Internationale Zwemfederatie (World Aquatics, WA) mag ze niet deelnemen aan de Olympische Spelen in Parijs. Deze regels bepalen namelijk dat een transvrouw alleen kan deelnemen aan de vrouwencompetitie als zij vóór de voltooiing van de mannelijke puberteit in transitie ging. Aangezien Lia pas op haar 20e begon met de transitie, voldoet ze niet aan de regels.
Een ander recent voorbeeld is Imane Khelif, een Algerijnse bokster. Het is publiekelijk bekendgemaakt dat zij naast een Y-chromosoom ook een hoog testosterongehalte heeft. Hoewel zij goedkeuring kreeg van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) om deel te nemen aan de Olympische Spelen in Parijs, moet ze op veel kritiek rekenen. Veel mensen beschouwen haar biologische kenmerken als oneerlijk in de context van topsport.
Deze twee voorbeelden illustreren de onrust die in de sportwereld heerst wanneer sekse- en genderdiverse personen deelnemen aan topsport.
Voordat we deze discussie verder voeren, is het belangrijk om enkele begrippen duidelijk te maken:
Sekse of geslacht verwijst naar het biologische geslacht waarmee iemand geboren wordt. Bij de meeste mensen is dat mannelijk of vrouwelijk. Het geboortegeslacht is het resultaat van de foetale ontwikkeling, gestuurd door DNA en hormonen. In de meeste gevallen is het 46 XX voor vrouwen en 46 XY voor mannen. Hieruit ontstaan primaire geslachtskenmerken zoals de eierstokken of teelballen en clitoris en vagina en penis en balzak. Bij een kleine groep mensen kunnen er echter afwijkingen optreden in dit proces, zoals chromosomale foutjes of afwijkingen in de ontwikkeling van geslachtsorganen of hormonale werking. Deze personen worden vaak aangeduid als intersekse of seksediverse personen. Zij passen niet altijd binnen de klassieke geslachtscategorieën en worden daarom apart gecategoriseerd.
Gender daarentegen gaat over het persoonlijke gevoel van identiteit, onafhankelijk van het biologische geslacht. Gender verwijst naar wat traditioneel wordt beschouwd als passend voor een persoon van een bepaald geslacht, en dit kan zowel door het individu als door de omgeving worden ervaren. In tegenstelling tot geslacht is gender een veel minder vastomlijnd begrip. Een persoon kan zich mannelijk, vrouwelijk, beide of geen van beiden voelen. Wanneer gender en geslacht niet overeenkomen, kan dit leiden tot genderdysforie. Als iemand besluit hun geslacht aan te passen aan hun genderidentiteit, spreken we van transgender of gendervariant, variërend van transvrouw, transman tot non-binair.
Omdat topsport meestal binair is op basis van geslacht, met aparte mannen- en vrouwencompetities, vormt deelname aan topsport een enorme uitdaging voor sekse- en genderdiverse personen.
Het is begrijpelijk dat men niet wil dat personen die op basis van genetische of hormonale factoren een oneerlijk mannelijk fysiologisch voordeel hebben, deelnemen aan de vrouwencompetitie. De zwakke plek van deze redenering is echter dat voor veel van deze veronderstelde voordelen het bewijs ontbreekt.
Zo zijn er antropometrische kenmerken zoals lengte, gewicht, hartgrootte en longcapaciteit. Maar de overlap tussen mannen en vrouwen is te groot om deze als reden voor uitsluiting te gebruiken. Anders zou je ook grote vrouwen met een grote longinhoud moeten uitsluiten.
Een ander punt is het hematocrietniveau of het aantal rode bloedcellen. Dit is doorgaans hoger bij mannen dan bij vrouwen, wat een voordeel oplevert qua uithoudingsvermogen. We weten echter dat dit voordeel na zes maanden verdwijnt wanneer de hormoonspiegels genormaliseerd zijn. Daarom zou je, op basis van hormoonspiegel- en hematocrietbepalingen, zoals die vaak worden bijgehouden in bloedpaspoorten van sporters, kunnen bepalen of deelname eerlijk is.
De grootste uitdaging blijft de impact van mannelijke hormonen op spierkracht. Sommige studies tonen aan dat de positieve effecten van mannelijke ontwikkeling ook enkele jaren na het stoppen van mannelijke hormonen nog aanwezig blijven. Dit zou een reden kunnen zijn om uitsluiting op basis van spierkracht te overwegen. Helaas is hiervoor nog geen wetenschappelijk bewijs geleverd in een populatie van topsporters, waardoor mogelijk onterecht personen worden uitgesloten van deelname aan topsport.
De lopende studies zullen hopelijk in de komende jaren meer duidelijkheid geven.
Het is belangrijk dat zowel vrouwen in de topsport een eerlijke tegenstander hebben, als dat sekse- en genderdiverse personen op een eerlijke manier kunnen deelnemen.
BreedtesportHoewel de discussie over sekse- en genderdiversiteit in de topsport begrijpelijkerwijs complex en gevoelig ligt, is het belangrijk om te benadrukken dat in de breedtesport andere overwegingen moeten gelden. Sport is voor velen een bron van plezier, gezondheid en sociale verbinding. Laten we daarom streven naar een omgeving waarin inclusie de norm is en iedereen, ongeacht sekse of genderidentiteit, de mogelijkheid krijgt om deel te nemen. In de breedtesport zou de focus moeten liggen op deelname en persoonlijke groei, eerder dan op rigide regels en uitsluiting. Dit zou niet alleen de sport zelf verrijken, maar ook bijdragen aan een meer inclusieve en begripvolle samenleving. |