Sportpsychologie
Overmatige prestatiedruk: waar komt het vandaan en hoe pak je het aan?
Sporter Blog SportpsychologieJe kent het wel: de sporter die beter presteert op de training dan op de wedstrijd. Hij legt zichzelf te veel druk op. Als betrokkene kijk je machteloos toe. Je hebt alles al geprobeerd: hem positief aangemoedigd, hem hard aangepakt. Niets lijkt te werken. Wat kun je doen? Sportpsycholoog Inez Swinnen beantwoord deze vraag.
Het probleem is vaak veel complexer dan het op het eerste gezicht lijkt, zo blijkt ook mijn eigen verhaal. In mijn vroegere zwemcarrière had ik enorm veel last van stress. Vooral op belangrijke wedstrijden zoals het Belgische Kampioenschap presteerde ik ondermaats. Ik was bang om te falen en had geen flauw benul wat ik eraan kon doen. Laat staan waar het vandaan kwam.
Op mijn 18e ben ik gestopt met wedstrijdzwemmen en ben ik psychologie gaan studeren. Vanuit mijn eigen worsteling met prestatiestress ontstond de interesse in sportpsychologie. Na het volgen van een bijkomende opleiding sportpsychologie aan de KU Leuven ben ik met mijn praktijk Mind-Set gestart.
Inmiddels had ik de tools gekregen om sporters te leren omgaan met stress. Ze deden het daardoor opmerkelijk beter. Ook voor mijzelf paste ik de kennis toe. Tijdens mijn korte triatloncarrière kon ik veel meer ontspannen naar een wedstrijd toeleven en mijn potentieel eruit halen.
Toch wrong er nog iets. Ik wist dan wel hoe ik de stress de baas kon blijven, maar de prestatiedruk was nog niet weg. Ook bij een aantal sporters merkte ik hoe gemakkelijk ze terug konden vallen. Ik bleef met een wrang gevoel zitten. Wat kan ik nog meer doen? Hoe kan ik hen langdurig mentaal sterker maken? Wat ligt er onder al die stress? Waar komt die bewijsdrang vandaan?
Op zoek naar de bron
Het viel me op dat bij veel sporters de overtuiging leeft dat ze moeten presteren om iets waard te zijn. Dat ze enkel gewaardeerd worden als ze het goed doen of de beste zijn. Ze zijn ervan overtuigd dat wanneer ze fouten maken, ze gefaald hebben en niet goed genoeg zijn. Allemaal voelen ze een druk om het goed te doen die hen juist slechter doet presteren. Ze merken allen op dat het nergens voor nodig is en toch is het gevoel sterker dan zijzelf. Ze weten rationeel dat hun gedachten nergens op slaan, maar kunnen ze niet voorkomen. Ratio werkt gewoonweg niet genoeg om het probleem op te lossen.
Traumaverwerking
Eerder bij toeval kwam ik in contact met een opleiding traumaverwerking. De eerste insteek om deze opleiding te volgen was om wielrenners af te helpen van hun angst om te vallen. Renners die een zware val meemaken rijden nadien soms met angst in het peloton, terwijl ze daar voordien geen last van hadden. De val is in dat geval zo heftig geweest dat hij als traumatisch bestempeld kan worden (1). Dat op zich was uiteraard al boeiend, maar waar mijn ogen echt van open gingen, waren de verhalen over complex trauma. Als een wielrenner een val meemaakt en daardoor angsten oploopt, noemen we dit acuut trauma of acuut posttraumatisch stress syndroom (PTSS) (2). Een wielrenner die gedurende een langere periode in zijn leven, vaak de kindertijd, geconfronteerd is geweest met emotioneel belastende ervaringen kan echter een andere variant, namelijk complex trauma (of C-PTSS) ontwikkelen (3).
Bij complex trauma zijn de gevolgen zeer breed. Waar de angst bij de wielrenner die zwaar is gevallen zich beperkt tot de koers, zit de angst bij iemand met een complex trauma op bijna alle domeinen in zijn leven. Hij heeft niet alleen angst om te falen in zijn sport, maar ook in zijn studie of op zijn werk. Hij voelt zich minderwaardig bij vrienden of heeft moeite om een gezonde relatie op te bouwen. Hij is in de basis onzeker, is een controlefreak en zoekt de perfectie op. Of hij is aan de buitenkant de onverschilligheid zelve, maar van binnen zeer fragiel. Hij kan plots agressief zijn of zich juist volledig terugtrekken.
De gevolgen zijn zo breed, dat je zonder kennis van complex trauma de samenhang niet ziet.
Het kwartje valt
Plots begonnen de puzzelstukjes in elkaar te vallen. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor de sporters die weliswaar vooruitgang boekten, maar nog steeds worstelden met de stress. Er lag iets diepers aan de basis van hun onzekerheid. Een manier van denken die je niet kunt veranderen door overtuiging en ratio. Die zo diep opgeslagen zit dat er iets anders nodig is: emotionele verwerking.
Het woord trauma kan bij sommigen de haren recht overeind zetten. ‘Alles is tegenwoordig een trauma’ zeggen ze dan, daarmee ontkennend dat mensen in hun leven daadwerkelijk beschadigd kunnen raken. Het woord trauma komt van het Griekse woord ‘wonde’. Het verwijst zowel naar lichamelijke als naar emotionele beschadiging. Het gaat in essentie om wonden die nooit genezen zijn. Met twee concrete voorbeelden zal ik trachten inzicht te geven in wat complex trauma is en hoe het tot prestatiedruk kan leiden.
Het disfunctionele gezin
Laat ik weer beginnen met mijn eigen verhaal. Zoals eerder aangegeven begon de stress voor wedstrijden in mijn puberteit. Voordien had ik er geen last van. Onzeker was ik al wel langer. In mijn eigen zoektocht naar de oorzaken van mijn prestatiestress stuitte ik op verschillende oorzaken. De scheiding van mijn ouders, het perfectionisme van mijn vader, de veeleisendheid van mijn moeder …
Toen ik 12 jaar was zijn mijn ouders gescheiden. Die scheiding verliep niet zonder slag of stoot. De jaren voordien was er veel spanning in huis. Ik voelde in die periode een soort triestheid en zwaarte. Ik vertelde erover tegen een goede vriendin in het zesde leerjaar, maar ze was te jong om me te begrijpen. In haar gezin waren er niet zulke problemen en ze was een onbezorgd kind. Verder sprak ik er met niemand over. De scheiding heeft een grote impact gehad op mijn vertrouwen in relaties. Ik ontwikkelde het idee dat ik perfect moest zijn om niet verlaten worden.
De zaadjes van deze overtuiging werden vermoedelijk al vroeger gepland, maar groeiden door de scheiding. Een van die zaadjes was mijn papa. Hij was sterk gefocust op presteren. Goede cijfers halen op school en presteren in de sport waren heel belangrijk voor hem. Niet alleen voor mij en mijn zus, maar ook voor hem zelf. Hij legde zichzelf veel druk op en was perfectionistisch en hardwerkend. Op momenten kon hij warm zijn, maar op andere momenten evengoed koud. Vermoedelijk ontstond daar het idee dat ik graag gezien werd als ik presteerde. Mijn vader heeft nooit expliciet druk op me uitgeoefend, maar doordat ik aan alles voelde dat prestaties belangrijk waren, trachtte ik aan de verwachtingen te voldoen. Mijn vader was ook erg trots op mijn prestaties, wat het idee versterkte dat ik graag gezien werd omdat ik presteerde.
Ook onderzoek toont aan dat een perfectionistische ouder samenhangt met perfectionisme bij jonge sporters (4).
Daarnaast was er nog mijn mama. Naast de warmte en ogenschijnlijk onvoorwaardelijke liefde die ik van haar kreeg, had ik bij haar vaak het gevoel dat het nooit goed genoeg was. Ik zeg dan ook bewust ogenschijnlijkonvoorwaardelijke liefde. Ze was erg mild als ik eens slechte cijfers had en verwachtte al helemaal niets in het zwemmen. En toch ervoer ik haar als veeleisend, vooral wat betreft het huishouden. Als mijn zus en ik twee dagen alleen waren geweest, maakten we het hele huis schoon. Maar toch vond ze altijd nog wel iets dat niet goed gedaan was.
Het perfecte kind
Later werd me duidelijk dat de relatie met mijn moeder nog complexer in elkaar zat dan ik dacht. Ik heb haar niet als een emotioneel stabiel persoon ervaren. Vanuit mijn gevoeligheid ben ik me verantwoordelijk gaan voelen voor hoe zij zich voelde en begon ik emotioneel voor haar te zorgen. Hoe ik dat deed? Door het brave, perfecte kind te zijn en zelfs door het luisterend oor voor haar problemen te zijn. Zodra ik voelde dat ze iets niet fijn vond, paste ik me aan. Ik ontwikkelde voelsprieten waarmee ik aftastte wat ze wilde en stemde mijn gedrag daarop af. Ik wilde voorkomen dat ze teleurgesteld of verdrietig was en werd een echte pleaser. Als puber kwam ik nooit te laat thuis, om spanning te voorkomen. Ik leefde niet mijn eigen leven, maar het leven dat het voor haar gemakkelijker maakte. Constant liep ik op mijn tenen en probeerde ik aan haar verwachtingen te voldoen, steeds op mijn hoede voor kritiek of een teleurstelling in haar ogen. Je kunt je inbeelden dat mijn idee om perfect te moeten zijn hierdoor nogmaals door versterkt werd.
Beschermingsmechanismen
Kenmerkend aan complex trauma is de constante stress die je ervaart. Van daaruit zijn er verschillende beschermingsmechanismen (zie figuur 1). De meeste mensen kennen vechten, vluchten en verlammen, maar aanpassen is een vierde strategie die minder bekend is (5). Bij trauma blijf je vastzitten in je beschermingsmechanismen, ook al is het initiële gevaar geweken. Heel lang heb ik daarom geleefd naar de verwachtingen van anderen. Heel lang heb ik geloofd dat ik niemand teleur mocht stellen. Heel lang heb ik in stress geleefd.
Figuur 1: Vier beschermingsmechanismen bij stress.
Waarom heeft je thuissituatie zo’n impact?
Je ouders zijn je eerste referentiepunt. Hoe je ouders je behandelen, projecteer je naar de buitenwereld. Je gelooft dat anderen ook zo denken en zullen handelen. Ik geloofde dus dat ik aan de verwachtingen van vrienden, leerkrachten en trainers moest voldoen om niet afgewezen te worden. Als kind ben je zeer afhankelijk van je ouders om te overleven. Letterlijk! Zonder hen heb je geen onderdak, eten of geld. Geen wonder dat het idee om hun liefde kwijt te raken zo’n stress met zich meebrengt. Het voelt enorm bedreigend, dus doe je er alles aan om hun liefde zeker te stellen. Mijn strategie was die van het perfecte kind. Het was mijn manier van ‘overleven’.
Ik ben me er maar al te zeer van bewust dat zowel mijn mama als mijn papa dit nooit zo bedoeld hebben. Dat ze hun eigen verleden hebben waardoor deze gedragingen zijn ontstaan. Desalniettemin is dit wel hoe ik het beleefd heb en is het de vermoedelijke bron geweest van mijn stress en faalangst in het zwemmen.
De 20-jarige voetballer
Een ander voorbeeld komt uit mijn praktijk. Sep, een voetballer van 20 jaar, klopt bij me aan omdat hij aan zijn zelfvertrouwen wil werken. Hij durft niet aan te vallen of risico’s te nemen, uit angst om fouten te maken. Zodra hij een fout maakt, is hij hard voor zichzelf en daalt zijn niveau zienderogen. Als ik vraag wanneer hij er last van begon te krijgen, vertelt hij over zijn laatste twee jaar in een Italiaanse ploeg.
Hij verhuisde al op jonge leeftijd alleen naar Italië. In die twee jaren werd hij door de coach en het management veel onder druk gezet. ‘Als je nog zoveel fouten maakt, verlies je je contract!’ was een van de vele uitspraken die bleven hangen. Hij werd geregeld bij het management geroepen om zich te verantwoorden. De club geloofde dat ze spelers konden motiveren door hen strenger te controleren, angst in te boezemen en zich schuldig te laten voelen. Hoe meer druk ze echter op Sep legden, des te onzekerder hij werd en des te slechter hij ging spelen.
Bij medespelers kon hij niet terecht. Binnen de club heerste een competitieve sfeer. De coach geloofde dat hij de spelers beter zou maken door de onderlinge competitie te versterken. In realiteit creëerde hij een cultuur waarin angst om fouten te maken ontstond. Aan de buitenkant leek het alsof de spelers goed met elkaar overweg konden, maar onderhuids was er veel rivaliteit, jaloezie en pestgedrag.
Als je als jonge gast twee jaar lang dag in dag uit in zo’n omgeving leeft, dan laat dat zijn sporen na. Je begint te twijfelen aan jezelf, ziet niet meer in dat de omgeving toxisch is. Je gelooft dat je zelf tekortschiet, dat je niet met de druk om kunt gaan en dat je niet goed genoeg bent. Je legt immens veel druk op jezelf om geen fouten te maken, want alleen als je iedere keer de perfecte wedstrijd speelt, mag je blijven of word je in het team opgesteld. Die overtuiging was er zo diep ingestampt, dat hij die meenam naar zijn volgende ploeg. Ook al was de sfeer daar totaal anders, toch bleef het onveilig aanvoelen.
Door de gesprekken die we hadden en de emotionele verwerking van deze jaren kon hij geleidelijk de overtuiging los laten dat hij perfect moest spelen om goed genoeg te zijn. Hij kon eindelijk de druk los laten en vrijer spelen, durfde weer aanvallend te spelen en risico’s te nemen en kon weer op zijn niveau (en zelfs beter) presteren.
Is het altijd zo complex?
De bron van prestatiedruk hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn.
De oorzaak kan evengoed liggen bij een reeks tegenvallende prestaties, die sporters doen twijfelen over hun eigen kunnen.
Een goede manier om de bron te ontdekken is vragen wanneer de problemen ontstaan zijn. Was de sporter voor deze periode zelfzeker en had hij weinig last van stress, dan is de kans groot dat deze periode in zijn sportcarrière de oorzaak is. Heeft hij altijd al een minderwaardigheidsgevoel gehad, of had hij er al erg vroeg last van, dan mag je veronderstellen dat er iets uit de kindertijd meespeelt. Niemand wordt geboren met weinig zelfvertrouwen. Je mag ervan uitgaan dat bepaalde levenservaringen de overtuiging minder te zijn en zich te moeten bewijzen hebben gevoed.
Geen steun
Kenmerkend aan trauma is dat het niet noodzakelijk gaat om wat je hebt meegemaakt, maar vooral dat je alleen was in datgene wat gebeurde. Je had geen steun, net zoals de voetballer in Italië en net zoals ik in mijn jeugd. Daarnaast hoeft het ook niet over specifieke gebeurtenissen te gaan, zoals veel ruzies thuis, maar kan het evengoed gaan over het ontbreken van gebeurtenissen. Zo kun je als kind niets tekort zijn gekomen op materieel vlak, maar kreeg je niet de warmte, liefde of aandacht die je nodig had. Niet vervulde behoeften hebben een even grote impact als negatieve gebeurtenissen. De vraag is dus niet altijd ‘Wat is je overkomen?’, maar evengoed ‘Wat is je niet overkomen?’.
Tweeledige aanpak
In mijn praktijk geloof ik in een tweeledige aanpak. Enerzijds is het belangrijk om vaardigheden aan te leren om met de stress om te gaan en zelfvertrouwen op te bouwen. Dit helpt de sporter op korte termijn om ontspannen aan de start te staan en opnieuw succeservaringen op te bouwen. Anderzijds is het onderzoeken van de oorzaken en het verwerken daarvan cruciaal om duurzame verandering te krijgen en de kans op terugvallen te verkleinen. Het is belangrijk om de bron zo aan te pakken dat het zelfvertrouwen op funderingen staat in plaats van op los zand.
Wat kun je hiermee in de praktijk?
Ik geloof dat kennis en inzicht in deze materie binnen de sport voor een belangrijke shift in het denken van trainers, management, fysiotherapeuten enz. kan zorgen. Door bewustzijn te creëren, kun je de sporter echt helpen met zijn faalangst, in plaats van machteloos te moeten toekijken, of de sporter op alle mogelijke manier te dwingen om anders naar de zaak te kijken. Je kunt enerzijds gericht doorverwijzen en anderzijds zijn er een heleboel praktische handvaten om de sporter te helpen om te gaan met de stress en druk.
Figuur 2: Zes stappen naar mentale weerbaarheid.
BoekIk heb om die reden het boek ‘Prestatiedruk’ geschreven. Het bestaat uit drie delen. In het eerste deel ontdek je de concrete en praktisch toepasbare vaardigheden om met stress om te gaan. Daarin leer ik je aan de hand van zes stappen mentale weerbaarheid te ontwikkelen. Dat kan zowel bij jezelf als bij de sporters die je begeleidt. Wil je daarnaast ook meer inzicht krijgen in de verschillende oorzaken van stress en faalangst aan de hand van meerdere praktijkvoorbeelden? Wil je meer leren over trauma en traumaverwerking en lezen hoe ik sporters op dat gebied vooruit help? Dan zijn deel II en III van mijn boek absoluut iets voor jou. Gezond Sporten lezers krijgen 25% korting op de online cursus Presteren onder druk, die wetenschappelijk onderbouwde technieken en bewezen effectieve strategieën biedt om te leren presteren onder de meest stressvolle omstandigheden. De cursus is op elk gewenst moment te volgen, waar je ook bent. Je korting kan je claimen op https://mindset.plugandpay.nl/checkout/presteren-onder-druk/?discount_code=GEZONDSPORTEN. Actie geldig tot 31 januari 2024. |
[Dit artikel verscheen in SPORTgericht, het vakblad voor Specialisten in Beweging, nummer 6-2023, pagina 24 t/m 27. Zie voor meer informatie https://sport-gericht.nl/gezond-sporten.]