Sporten is gezond voor iedereen op elke leeftijd. In principe kan je nagenoeg op elk moment starten met een (nieuwe) sport, maar als je graag op hoog niveau meedraait in je sport is het wel van belang dat je je piekprestatie bereikt rond een bepaalde leeftijd. Zo start je maar beter vroeg met turnen, terwijl je bijvoorbeeld bij paardrijden op een bijna dubbel zo late leeftijd je beste niveau haalt. Sportfysioloog Maarten Lievens van Sporgeneeskunde UZ Gent vertelt je meer over leeftijd en prestatiecapacitiet!
Hoewel je maar zo jong of oud bent als je jezelf voelt, kan je er niet omheen dat leeftijd een belangrijke impact heeft op de prestatiecapaciteit. Wanneer we sportprestaties uitzetten ten opzichte van de leeftijd zien we een omgekeerd U-vormig verband: jonge atleten worden jaar na jaar sterker tot ze hun piekleeftijd bereikt hebben, gevolgd door een periode van stagnatie en consolidatie om uiteindelijk de prestatie opnieuw te voelen afnemen. Om de competitie overheen de verschillende levensfases eerlijker te maken, worden in de jeugdsport dan ook leeftijdscategorieën gebruikt en zien we dit ook na de leeftijd van 40 jaar (“master atleten”) in sommige sporten terugkomen.
Piekprestatie en discipline
De leeftijd waarop een atleet op zijn best is, zal afhangen van de sporttak waarin hij of zij actief is (Figuur 1). Bij sporten waar het uithoudingsvermogen een doorslaggevende factor is (bv. wielrennen, roeien, lange afstandslopen) ligt de piekleeftijd tussen de 25 en 28 jaar. Bij zeer technische sporten zoals gymnastiek zien we dat een groot deel van de deelnemers een stuk jonger zijn (18 – 20 jaar). Ruiters, atleten voor wie pure uithouding en kracht minder belangrijk zijn, presteren dan vaak beter op iets latere leeftijd.
In de volgende grafiek wordt de gemiddelde leeftijd op de Olympische Spelen per discipline weergegeven. Interessant is dat onze eigen Belgische medaillewinnaars van Tokyo mooi in dit rijtje passen!
Figuur 1. Gemiddelde leeftijd per sporttak op de Olympische zomerspelen (bron: www.thestatszone.com).
Verval uithoudingscapaciteit na de ‘prime years’
Hoewel atleten er alles aan doen om hun sportieve prestaties op peil te houden, dalen deze in het algemeen vanaf de leeftijd van 35 jaar. Hoe sterk deze daling is op vlak van uithouding, werd aangetoond in een onderzoek tijdens de marathon van New York, één van de populairste marathons ter wereld (Lara et al. (2014)). Concreet werden de resultaten van de 10 beste lopers per leeftijdscategorie met elkaar vergeleken. Hieruit bleek dat mannen hun piekprestatie bereikten op 27-jarige leeftijd, bij vrouwen bleek dit pas twee jaar later te zijn. Na deze leeftijd daalt de prestatie met gemiddeld 2-4 % per jaar hoewel de eerste 10 jaar de prestatie tamelijk stabiel blijft. Eens de vijftig voorbij neemt de prestatie sterker af. Atleten en trainers kunnen hiermee rekening houden bij het opstellen van hun lange termijn doelstellingen.
Figuur 2. Gemiddelde marathontijd van de eerste 10 finishers binnen elke leeftijdsgroep (bron: Lara 2014).
Bij ultraraces zoals de Ironman of extreme ultraruns valt op dat de winnaars niet enkel een stuk ouder zijn dan bij de gewone marathon, 40 jarigen zijn geen uitzondering, maar de piekleeftijd neemt in het algemeen ook steeds verder toe (Lepers et al. (2016)). Dit laatste kan onder meer verklaard worden door de toegenomen aantrekkingskracht van sporten op latere leeftijd. Op de marathon is er in vergelijking met de jaren ’80 maar liefst een verdrievoudiging bij de mannelijke en zelfs een verzevenvoudiging bij de vrouwelijke deelnemers. De toekomst zal misschien uitwijzen dat de impact van leeftijd op het uithoudingsvermogen kleiner is dan we momenteel denken.
Fysiologie van de uithoudingscapaciteit
De logische vraag is nu waarom het uithoudingsvermogen afneemt wanneer we ouder worden. Er zijn drie belangrijke fysiologische mechanismen die de uithoudingsprestatie bepalen en in aanmerking komen als verklaring voor deze daling (Tanaka et al. (2008)).
-
- Maximale zuurstofopname (VO2max): de hoeveelheid zuurstof die ons lichaam kan opnemen (longen), transporteren (hart en bloed) en gebruiken (spieren) tijdens het sporten, een maat voor de maximale aerobe capaciteit.
Bij niet getrainde atleten neemt deze VO2max vanaf de leeftijd van 25 jaar af met 10% per decennium, bij personen boven de 50 zelfs met 15%. Door uithoudingstraining kan deze parameter langer stabiel gehouden worden en zal de daling minder drastisch zijn. Dit resulteert uiteraard in een betere uithouding op latere leeftijd, zoals de prestaties op de marathon en ultraraces die hiervoor werden besproken aantonen, maar ook bij atleten zal deze capaciteit uiteindelijk afnemen. Deze daling in VO2max kan grotendeels verklaard worden door een daling van het volume bloed dat het hart kan rondpompen. Dit hartminuutvolume wordt bepaald door de maximale hartfrequentie, dewelke jaarlijks gemiddeld met 1 slag per minuut afneemt, en door het slagvolume van het hart.
-
- Lactaatdrempel: intensiteit waarbij de lactaatconcentratie in het bloed begint toe te nemen, m.a.w. de fractie van de uithoudingscapaciteit die voor een langere periode kan gebruikt worden.
Bij oudere atleten zal voor een bepaalde snelheid of vermogen sneller lactaat aangemaakt worden. Wanneer we de lactaatdrempel echter uitdrukken t.o.v. de VO2max op een bepaalde leeftijd (fractie van de uithoudingscapaciteit die we kunnen gebruiken) komt dit echter niet tot uiting. Dit wil dus zeggen dat de lactaatdrempel stabiel blijft wanneer deze wordt uitgedrukt als relatieve inspanningsintensiteit.
-
- Bewegingsefficiëntie: de energetische kost om een bepaalde inspanning vol te houden.
Over de bewegingsefficiëntie kunnen we kort zijn: deze is bij jonge en oudere getrainde atleten gelijk en heeft dus geen impact op de prestatiecapaciteit.
Besluit
Hoewel ouder worden onvermijdelijk zorgt voor een daling van de maximale aerobe capaciteit (VO2max), heeft iedereen de snelheid waarmee deze afneemt voor een groot deel zelf in de hand. Voldoende frequent blijven sporten en het volume en intensiteit van de trainingen onderhouden, zijn cruciaal om de prestatiecapaciteit langer te bewaren. Een inspanningstest en trainingsadvies kunnen je, ongeacht jouw leeftijd of sportervaring, hierbij op weg helpen. Aan de slag!
Referenties
The Stats Zone. Olympic Sports - How Does Peak Age Vary? https://www.thestatszone.com/archive/olympic-sports-how-does-peak-age-vary-13812
Lara B, Salinero JJ, Del Coso J. The relationship between age and running time in elite marathoners is U-shaped. Age (Dordr). 2014 Apr;36(2):1003-8.
Lepers R, Stapley PJ. Master Athletes Are Extending the Limits of Human Endurance. Front Physiol. 2016 Dec 12;7:613.
Tanaka H, Seals DR. Endurance exercise performance in Masters athletes: age-associated changes and underlying physiological mechanisms. J Physiol. 2008 Jan 1;586(1):55-63.