Sportgeneeskunde
Sportarts op de Spelen - Belgische wielerploeg
Sporter Blog Sportgeneeskunde FietsenDe onvergetelijke Olympische Spelen van 2020 in Tokio zitten er al op. Ze hebben ons getoond hoe sport o zo mooi kan zijn, maar ook o zo hard. Onze Belgische atleten hebben het ongelofelijk goed gedaan en hebben ons getrakteerd op een heleboel mooie momenten. De atleten staan niet alleen op de Spelen, maar worden omringd door een heel team vol (para)medische sportprofessionals (soms vanop een afstand, soms van vlakbij). Zo is Tom Teulingkx sportarts bij de Belgische wielerploeg en beleefde de Spelen vanop de eerste rij mee in Tokio. Hij vertelt je over de voorbereiding van de wielrenners en wielrensters van Team Belgium, hoe hij de Spelen heeft ervaren als sportarts (ten tijde van covid) en over de harde kant van sport.
Big in Japan? Dat was de vraag waarmee onze wielrenners in 4 disciplines (weg, mountainbike, baan en BMX) naar de Olympische Spelen vertrokken, de Covid-Spelen, zoveel was al duidelijk bij vertrek. De twee artsen, Kris Van der Mieren (weg en BMX) en ikzelf (mtb en piste), zouden de medische begeleiding op zich nemen. Meer dan 10 jaar zijn we al vertrouwd met de begeleiding van deze nationale kernen en het team dat er dagdagelijks mee bezig is, dat helpt als je voor lange periode samen op pad gaat. De voorbereiding startte al lang voor vertrek, het is een traject van vier (of beter vijf) jaar geworden waar niets aan het toeval werd overgelaten, want ‘if you fail to prepare, you’re prepared to fail’. Talloze hittetesten in Bakala (UZ Leuven) en UZ Gent waar via inslikken van ingenieuze tabletten de kerntemperatuur werd gevolgd, zweet- en electrolytenverlies werd gemeten en coolingstrategieen (speciale ijslimonades-slurries op basis van bicarbonaat en ijsvesten) werden toegepast tijdens simulaties van verwachtte omstandigheden: hoge temperaturen (tot 38 graden) en extreme luchtvochtigheid (70%). Weinig voorbereidingswedstrijden maakte het extreem moeilijk om al deze wetenschappelijke data in de praktijk te testen, het was een beetje fietsen in het donker. De wielerevents lagen ver verwijderd van het epicentrum van de spelen (Tokyo-city), initieel een vloek maar uiteindelijk was het een zegen om toch wat meer vrijheid en luxe te creëren om ons voor te bereiden. Alhoewel, de covid-maatregelen waren draconisch: trainingstrajecten moesten lang op voorhand doorgegeven worden en begeleid door de autoriteiten met wagens, een stap buiten het hotel was niet toegelaten en dagelijks werd gevraagd om een speekseltest (antigeentest covid) binnen te leveren, een gezondheidsapp in te vullen en de tracking app actief te houden op je gsm. Zelf had ik even de vrees om in het vreselijke covid-isolatie hotel te belanden na een grieperig gevoel, ik heb mezelf 3x zelf negatief getest en 36 uur opgesloten in mijn kamer om zeker het team niet in gevaar te brengen. Ondanks de verre afstanden werden we zeer goed ondersteund door Prof. Bellemans en zijn medisch team in het olympische dorp, een geoliede machine met veel ervaring en middelen (o.a. MRI scan in het Olympisch dorp).
Ik ben nooit echt fan geweest van de Olympische gedachte ‘deelnemen is belangrijker dan winnen’ maar heb mijn mening moeten herzien. Op de Spelen raken is al een huzarenstuk (Olympiër ben je voor het leven), een medaille halen aartsmoeilijk. Dit hebben we ook in ons kamp mogen ondervinden, één medaille terwijl het er gerust vier hadden kunnen zijn. De enige persoon waar men van verlangt dat hij zo weinig mogelijk werkt in het team is de arts en als dat dan anders uitdraait besef je dat je aan de kant zit waar de klappen vallen. Zowel in het mountainbike maar vooral op de piste werd onze droom doorprikt door vervelende valpartijen, zonder veel lichamelijke schade buiten het nalaten van wat huid op het pisteparket, kneuzingen en gescheurde fietspakken, maar veel mentale deuken en bittere tranen! Voor sommigen was het de laatste kans op Olympisch succes, als arts ben je er dan ook om de pleisters op de beschadigde sportzielen te leggen en vooruit te kijken naar de volgende uitdaging, want gelukkig ben je als sporter maar zo goed als je laatste prestatie en volgende maand zijn er weer nieuwe truien en medailles te winnen. ‘Als je snel wil zijn ga je alleen, als je ver wil geraken ga je samen’ zegt een spreekwoord. Als arts ben je ‘part of the team’, je wint en je verliest samen. Deze keer was het veelal de tweede optie, wat de drie weken ook extra hard maakte voor de groep, zaaien zonder oogsten, frustrerend. Als groep de laatste avond aan de Olympische ringen met de prachtige skyline van Tokyo start het relativeren al. Uiteindelijk is het ‘maar’ sport, de belangrijkste bijzaak in het leven.