De huidige voetbaljaargang loopt nog op zijn laatste benen maar de voorbereiding op volgend seizoen is bij onze Belgische voetbalclubs al volop aan de gang. Eén van de eerste zaken die steevast op de planning staan, zijn de medische en conditionele screenings. Inspanningsfysioloog Maarten Lieven verzorgt samen met zijn collega's van het Centrum voor Sportgeneeskunde van het UZ Gent deze screenings voor o.a. KAA Gent, RSC Anderlecht en SV Zulte Waregem. Maar waarom zijn deze evaluaties nu eigenlijk belangrijk?
Globaal kunnen we de screening opsplitsen in een uitgebreide medische check-up (o.a. screening van het hart en van de blessuregevoeligheid) en het in kaart brengen van de fysieke eigenschappen die nodig zijn om succesvol te zijn in voetbal. Als inspanningsfysioloog ben ik verantwoordelijk voor dit tweede luik en probeer ik hieronder te schetsen hoe dit concreet in zijn werk gaat.
Er zijn verschillende redenen om een conditioneel profiel op te stellen (Figuur 1):
- Het geeft ons een objectieve evaluatie van de fysieke eigenschappen
- Het zorgt voor de kennis om de trainingsprikkels te individualiseren
- De fysieke ontwikkeling van de atleet kan correct worden opgevolgd
Figuur 1. Redenen om een conditioneel profiel op te stellen: objectieve evaluatie, individuele trainingssturing en opvolging fysieke ontwikkeling.
Profiel van de sport
Het heeft uiteraard pas zin om een conditioneel profiel op te stellen wanneer we beschikken over een uitgebalanceerd testprotocol dat de belangrijkste fysieke eigenschappen van voetballers in kaart kan brengen. Hiervoor is het in de eerste plaats belangrijk om het profiel van de sport te analyseren: wat is de duur van de inspanning, hoeveel wordt er gelopen, aan welke intensiteit, welke verschillende acties worden ondernomen, enz. Tabel 1 geeft een bondig overzicht van het activiteitenprofiel en de fysiologische belasting van een wedstrijd.
Tabel 1. Activiteitenprofiel en fysiologische belasting.
Uit de duur van de inspanning, de totale afgelegde afstand en de algemene fysiologische respons blijkt dat het grootste deel van de energielevering aëroob gebeurt. De sprintafstand, sprongen en tackles wijzen daarnaast op een belangrijke rol van de anaërobe (onmiddellijke) energielevering bij de wedstrijdbepalende acties. De exacte eisen van het spel zijn daarnaast uiteraard afhankelijk van de positie op het veld, het spelsysteem, de sterkte van de tegenstander en de wedstrijdsituatie.
Profiel van de sporter
Nu we weten wat een voetballer moet presteren, kunnen we een testbatterij opstellen. Deze bestaat uit een luik antropometrie, een progressieve looptest tot uitputting en explosiviteitstesten. Doorheen de jaren stelden we een zeer uitgebreide database op van meer dan 1000 eerste klasse voetballers. Deze data gebruiken we om de fysieke kwaliteiten van de geteste spelers - rekening houdend met hun positie - te evalueren (Figuur 2). Door te investeren in een conditionele screening krijgt de staf van het team meteen een goed beeld van de fysieke mogelijkheden van de speler, zelfs wanneer deze nog geen stap op het veld heeft gezet. Aangezien de fysieke eisen van de sport de laatste jaren voortdurend toenemen, hoeft het niet te verbazen dat voor het aanwerven van nieuwe spelers deze testen onmisbaar zijn geworden.
Figuur 2. Positie specifieke evaluatie van de fysieke eigenschappen.
Antropometrie: de lichaamsafmetingen (lengte, gewicht, vetgehalte) verschillen vaak sterk tussen verschillende sporttakken. Denk maar aan de ranke marathonlopers versus de gespierde gewichtheffers. Maar ook binnen dezelfde sporttak zien we vaak sterke verschillen omdat deze op de één of andere manier de prestatie gaan bevoordelen. Een doelman die een doelvlak van 7,32m x 2,44m moet verdedigen heeft baat bij een groot gestalte, een flankspeler kan dan weer voordeel halen uit een kleiner gestalte die zorgt voor een betere wendbaarheid.
Progressieve looptest: de maximaal behaalde loopsnelheid en zuurstofopname tijdens de test geven een goed beeld van het uithoudingsvermogen van onze sporter. Daarnaast nemen we tijdens de test een bloedstaal af om de lactaatconcentratie te bepalen en zo een uitgebreide analyse te maken van de basisconditie (aërobe drempel) en de intensieve uithouding (anaërobe drempel) (Figuur 2). Zo kunnen de trainingsrichtlijnen verder geoptimaliseerd worden. Middenvelders en flankspelers leggen bijvoorbeeld meer afstand af aan hoge intensiteit dan spelers op de andere posities en zijn dus gebaat bij een goed ontwikkeld uithoudingsvermogen.
Explosiviteitstesten: Aan de hand van sprint, wendbaarheid en diverse sprongtests wordt de explosiviteit van de spelers gemeten. Waar middenvelders over een groot uithoudingsvermogen moeten beschikken is het voor aanvallers cruciaal om net snel genoeg te kunnen reageren tijdens de eerste meters of met een snedige actie een speler uit te schakelen. Flankspelers met een gebrekkige explosiviteit zullen moeilijker voor gevaar kunnen zorgen ongeacht hun technische kwaliteiten.
Individualiseren training en opvolgen progressie
Door de trainingsprikkels af te stellen op het fysiologische profiel van de atleet – o.a. door rekening te houden met de individuele trainingszones (Figuur 3) – trachten we de progressie en evolutie van een atleet te maximaliseren (Tabel 2). Voor coaches binnen teamsporten is het niet eenvoudig om de trainingsbelasting af te stellen op het conditionele niveau van alle spelers. Sommige goed getrainde spelers zullen aan bepaalde oefeningen niet voldoende hebben om verder progressie te maken. Daarom zijn extra loopvormen, waarbij rekening kan gehouden worden met de individuele trainingszones, een goede aanvulling om aan de verschillende noden van de spelers te voldoen.
Figuur 3. Evaluatie van het uithoudingsvermogen en het opstellen van trainingszones.
Tabel 2. Evolutie van fysieke eigenschappen.
Succes in voetbal (of andere teamsporten) hangt uiteraard van meer factoren af dan deze fysieke cijfers. Maar het is wel zo dat wanneer twee teams over gelijkwaardige technische en tactische kwaliteiten beschikken het team met de beste fysieke paraatheid de speelintensiteit beter hoog zal kunnen houden en zo meer kans zal maken om de wedstrijd op het eind alsnog naar zich toe te trekken.