Sportpsychologie
Depressie en burn-out voorkomen als topsporter
Sporter Sportorganisatie Sportprofessional Artikel Sportpsychologie Gezond Sporten Gezond SportenTom Dumoulin, Naomi Osaka, Simone Biles… topsporters lijken vandaag openlijker te praten over mentale problemen. Wat kan een atleet doen om een burn-out of depressie voor te zijn? Sportpsycholoog Cedric Arijs somt enkele inzichten op.
Topsporters zijn fysieke supermensen, maar in hun hoofd zijn ze niet per definitie sterker dan een normale sterveling. Ook atleten kunnen mentale problemen zoals een depressie ontwikkelen. Ze zijn onderhevig aan dezelfde risicofactoren als iedereen (erfelijke druk, negatieve gebeurtenissen of een lage sociale steun), en voelen zelfs nog bijkomende factoren: ‘als topatleet ben je die wielrenner of die voetballer’, zegt sportpsycholoog Cedric Arijs. ‘Valt de sport weg, wat ben je dan nog waard? Dat is een gedachte waar veel topsporters mee worstelen. De meeste atleten zijn atleet sinds hun kindertijd. Dat maakt het verlies van hun “job” door een blessure of verminderde prestaties harder om dragen dan voor iemand die nog van job kan veranderen.’ Topsport gaat ook over het opzoeken van een piek. ‘Soms slaat de slinger door: door alles op te offeren in functie van die piek kan een atleet gaan kampen met overtraining, een eetstoornis of een voelbaar tekort aan waardevolle sociale contacten. En na een piek volgt soms een grote leegte. Als topsporter moet je daarmee leren omgaan.’
Tip 1: Wees meer dan “die atleet”
Wielrenner Tom Dumoulin getuigde over zijn burn-out dat hij “die wielrenner” was geworden, en zichzelf daardoor was vergeten. ‘Ik wil het als wielrenner voor iedereen goed doen. Ik krijg de tijd niet om de vraag te beantwoorden wat ik op dit moment als mens wil met mijn leven en ik word daar langzaam ongelukkig van’, zei hij in een interview op de sociale media van zijn toenmalige ploeg.
‘Dergelijke gedachten kan je proberen te voorkomen door voldoende aandacht te besteden aan je brede identiteit’, zegt Arijs. ‘Besef dat je meer bent dan “die topsporter”. Dat is zeker belangrijk na een ontgoocheling: je brede identiteit laat je beseffen dat je ook nog een goede partner, vriend of ouder bent, of dat je nog andere interesses hebt waar je voldoening uit haalt.’
Tip 2: Mentaal welzijn komt niet vanzelf
‘Topsporters en hun coaches hebben veel aandacht voor fysieke en tactische vaardigheden, maar op mentaal en emotioneel vlak laten ze de dingen vaak gewoon spontaan gebeuren’, ziet Arijs. ‘Het is een groot misverstand dat sporters mentale problemen moeten hebben om bij een sportpsycholoog langs te gaan. Net als de fysieke training door een physical coach, maakt de mentale training door een sportpsycholoog een belangrijk deel uit van het dagelijkse werkschema van gezonde topsporters. Het bereidt hen optimaal voor op topprestaties.’
Tip 3: Doelen en zingeving
Stel uitdagende maar haalbare tussentijdse doelen, die uiteindelijk kunnen leiden naar dat ultieme doel. ‘Tussentijdse doelen bereiken, motiveert je om verder te bouwen. De gedachte aan het ultieme doel kan je ook helpen om tegenvallende, tussentijdse resultaten te relativeren.’
Tip 4: Overleg tussen atleet en coach
Een coach moet structuur en overzicht bieden aan de sporter, maar ook ruimte laten voor eigen inbreng. ‘Hij moet met de sporter van gedachten wisselen om een goede band op te bouwen. Hoe minder controlerend gedrag een coach stelt, hoe beter.’
De stijl van een coach heeft een impact op de atleten, maar omgekeerd kunnen atleten ook leren omgaan met coachgedrag. ‘Soms moet een coach al eens druk introduceren of hard zijn vanuit goede bedoelingen. Sporters kunnen dat leren kaderen, en er zo ook de vruchten van plukken.’
Tip 5: Het zwarte gat is een ideale leerfase
Een piek, zoals een belangrijk kampioenschap, is geen eindpunt. ‘Een goede evaluatie is noodzakelijk om straks weer een volgende piek te kunnen nastreven. Geniet van succes, maar bekijk je prestatie ook kritisch. Ga op zoek naar leerkansen en heb oor voor constructieve feedback van trainers, medische spelers en analisten. Een sterkere tegenstander hoeft niet te intimideren, maar kan net een uitdaging zijn om je eigen grenzen te verleggen.’
Tip 6: Leer ook met euforie omgaan
Te veel positieve emoties kunnen contraproductief werken. ‘Je gaat er als atleet door zweven en kunt niet meer realistisch nadenken. Technieken om emotiecontrole te versterken kunnen dan helpen.’
Tip 7: Probeer nu al na te genieten van je carrière
Topsporters zijn vaak van jongs af bezig met bevestigen. Ze werken toe naar een doel, en wanneer ze dat bereikt hebben, gaat de focus meteen naar een nieuw doel. ‘Zo hollen ze voortdurend de hoge verwachtingen van zichzelf en hun omgeving achterna. Sta daarom geregeld stil bij wat je hebt verwezenlijkt, en probeer er ook bewust van te genieten. Denk na over hoe je later op je carrière wil terugkijken. Als je topsporters na hun carrière vraagt waarom ze al die opofferingen hebben gemaakt, dan zullen ze je misschien meenemen naar hun trofeeënkast, maar ze zullen vooral de verhalen achter de overwinningen vertellen. Maal dus niet gewoon je trainingen af, maar geniet ervan, overleg met je coaches en andere atleten, en durf blij te zijn dat je de topsport mag meemaken.’
Tip 8: Relativeer sociale media (of negeer ze)
De vaak keiharde commentaren op de sociale media, maken het topsporters soms nodeloos moeilijk. ‘Je kan de impact beperken door alleen commentaren te bekijken van mensen waarvan je de mening echt belangrijk acht. Je kan de sociale media uiteraard ook helemaal links laten liggen.’
Tip 9: Visualiseer stressvolle gebeurtenissen
Atleten zijn soms bang voor het onbekende: hoe zal de wedstrijd of zelfs de persconferentie verlopen? ‘Het kan dan helpen om die stressvolle gebeurtenissen op voorhand in gedachten al eens te beleven. En net voor bijvoorbeeld een persconferentie kan je je stress laten zakken door je aandacht op je ademhaling te richten in plaats van op de omgeving.’
Tip 10: Blessures zijn niet enkel een medisch probleem
‘Blessures worden vaak enkel als een medisch probleem bekeken, maar ze vormen voor atleten vaak ook een mentale uitdaging. De routine die de trainingen bieden valt ineens weg, en als atleet moet je omgaan met onzekerheid: kom ik nog terug? Zeg als begeleider dus nooit aan zo’n atleet: “we zien je wel terug verschijnen als je herstelt bent”’.