De nieuwe IOC richtlijnen voor intersex en transgender atleten

De nieuwe IOC richtlijnen voor intersex en transgender atleten

Professor Wim Derave is sportwetenschapper aan de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de UGent. Hij verdiept zich graag in de onderliggende biologie van de bewegende mens.
Sporter Sportprofessional Blog Sportgeneeskunde

In de sportwereld is er tegenwoordig heel wat discussie over de deelname van intersex en transgender atleten in verschillende competities. Professor Wim Derave verdiept zich graag in de onderliggende biologie van de bewegende mens en geeft je meer info over de nieuwe IOC richtlijnen voor deze atleten.

De scheidslijn tussen mannen en vrouwen in de topsport staat onder druk. Terwijl die grens in de algemene samenleving voor een stuk lijkt te vervagen, houden we in de sport vast aan een strikte binariteit. Krampachtig, maar ook klungelig. De aanslepende problematiek rond Caster Semenya en de steeds grotere reeks atletes in haar slipstream, de onenigheid tussen federaties over de cut-off waarde voor testosteron die vrouwen van mannen zou moeten onderscheiden, en vooral de eerste deelnames van transgenders aan de jongste Olympische Spelen in Tokyo. Steeds toenemende voorbeelden die aantonen dat het hoog tijd werd voor een duidelijker kader van bovenaf, en iedereen keek vol verwachting naar het Internationaal Olympisch Comité. Het bleef verdacht lang stil, maar dan kwam het IOC op 16 november 2021 eindelijk met een -hou je vast- ‘Framework on fairness, inclusion and non-discrimination on the basis of gender identity and sex variations’ (1). Wat staat er in? En biedt het een oplossing voor één van de meest complexe problemen van de hedendaagse topsport? Ik waag me eraan.

Er is lang gestreden voor een eerlijke, veilige en volwaardige topsport voor vrouwen. Mannen meten zich met mannen en vrouwen met vrouwen, anders is het doorgaans niet eerlijk en soms ook niet veilig. Maar sommige mensen passen niet in die tweeledige organisatie. Bijvoorbeeld omdat ze biologische kenmerken van beide geslachten combineren, namelijk de intersex atleten, of -correcter- mensen met DSD (differences in sex development). Of omdat hun genderidentiteit niet overeenstemt met hun biologisch geslacht: de transgender personen. In de samenleving kan je dit oplossen door een extra vakje ‘x’ te maken, naast de ‘m’ en de ‘v’, om aan te vinken. Maar een ‘x’-categorie bijcreëren is praktisch niet organiseerbaar voor de (top)sport. Naast stigmatisering wordt voor de nadelen van een aparte categorie vaak verwezen naar die van de paralympische sport: veel te weinig atleten per categorie en veel te veel heterogeniteit in prestatie binnen elke categorie. 

Om uitsluiting en discriminatie te vermijden, mogen en moeten de mensen uit deze ‘tussengroep’ dus bij één van de bestaande geslachtscategorieën aansluiten. Soms doen ze dit graag; zo willen transvrouwen meestal maar wat graag erkend worden als vrouw. Soms willen ze toch non-binair blijven, zoals Quinn, die olympisch goud won in Tokyo met het Canadese vrouwenvoetbalteam. (Voor voetballers is het geen probleem om geen voornaam te willen hebben – Pele had er ook geen.) Reporters worstelden wel met hun voornaamwoorden (die/hun in plaats van zij/haar), of weigerden ze te gebruiken. Maar het reële probleem is niet die semantische discussie, en dus ook niet Quinn, die trouwens een vrouwelijk geboortegeslacht had, en dus nog altijd in de ‘juiste’ categorie speelt volgens velen. Het schoentje knelt pas als vrouwen met sterk androgyne/masculiene kenmerken deelnemen aan die sporten waarin een sterk geslachtsverschil in prestatie heerst. Dan bekruipt er een gevoel van oneerlijkheid. Topsportvrouwen voelen zich opnieuw benadeeld en bedreigd door mannen, halve deze keer.

Het gaat over transvrouwen die na hun puberteit een transitie doormaakten van een mannelijk geboortegeslacht naar vrouw. In Tokyo zagen we de Nieuw-Zeelandse Laurel Hubbard aan het werk in het vrouwen gewichtheffen. Laurel was in een vorig leven, als cis-man, nog recordhouder geweest van gewichtheffen bij de mannelijke junioren. En dat in een sport waarin mannen doorgaans 40-50% beter presteren dan vrouwen. Dat was voor menig supporter een brug te ver.

Het gaat ook over atleten met DSD. In Tokyo viel vooral de Namibische sprintsensatie Christine Mboma op, die als 18-jarige al fabelachtige tijden loopt, en ‘de nieuwe Semenya’ wordt genoemd, in elke betekenis van de term. DSD is een groep van aandoeningen waarbij bijvoorbeeld het genetisch geslacht mannelijk is (XY dus), maar de geslachtsorganen, of een deel ervan, vrouwelijk. Die aangeboren afwijkingen komen erg zelden voor (bijvoorbeeld 1:20.000 tot 1:50.000), maar in de topsport zijn ze relatief talrijk. Bij elke grote competitie (Olympische Spelen of Wereldkampioenschappen atletiek) waarbij genetische screening werd gedaan, bleek maar liefst 1:200 tot 1:400 van de vrouwen over XY geslachtschromosomen te beschikken. Ze waren dus bij hun conceptie genetisch geprogrammeerd om man te worden, maar dat is er niet helemaal uitgekomen. Maar wel een beetje. Daarom hebben ze 100 keer meer kans om de top te bereiken in de vrouwensport dan XX-vrouwen. Is dat oneerlijk? Een beetje wel. Maar topsport is niet eerlijk. Ikzelf heb ook nooit de top bereikt, gelijk welke sport ik probeerde. Ik vond dat ook niet eerlijk.

Het IOC-rapport is sterk gericht op inclusie, op niet-discriminatie. Het trekt meer de kaart van de transgender en DSD minderheden, dan van de vrouwen. Het kreeg daarvoor al veel kritiek. Het bespreekt ook de transgender en de DSD problematiek tesamen, ookal zijn het totaal verschillende medische condities. Maar wat staat er nu juist in het rapport?

Het eerste advies lijkt wat ontgoochelend, maar is het niet. Het geeft aan dat elke federatie afzonderlijk haar huiswerk moet maken, op basis van het framework dat het IOC opstelde. Dus geen universele richtlijn voor de ganse sport. Je kan denken dat IOC dus gemakkelijkheidshalve de hete aardappel doorschuift. Maar persoonlijk had ik zelfs gehoopt op deze strategie. De evenwichtsoefening tussen enerzijds inclusie en anderzijds eerlijkheid en veiligheid is immers uiterst genuanceerd en voor elke sport anders. Neem nu paardensport vs rugby. Bij de paardensport lijkt er geen geslachtsverschil in prestatievermogen (ons -weliswaar - mannelijk jumpingteam dat brons pakte in Tokyo moest de duimen leggen voor onder andere Jessica Springsteen, dochter van), en er is ook geen veiligheidsprobleem want het is geen contactsport. Hun huiswerk is dus nu al gemaakt. Ze kunnen 100% voor inclusie gaan; duid gerust ‘x’ aan, want het maakt toch allemaal geen ene zier uit. Zelfs het geslacht van de paarden doet er niet toe. Hengsten, merries, who cares?

Niet zo in rugby, waar de World Rugby al hun richtlijnen klaar hebben: transvrouwen zijn niet welkom. Te gevaarlijk. Het is geweten dat vooral het contrast tussen spelers in spierkracht, vermogen, snelheid en impact een belangrijke oorzaak is van blessures. En de eerder mannelijke lichamen van transvrouwen - ookal zijn die na transitie een beetje minder mannelijk geworden - zijn niet compatibel met de andere vrouwenlichamen bij tackles en scrums.

Is het dan voor het IOC geen probleem dat World Rugby voor discriminatie kiest? Nee, op twee voorwaarden. Ten eerste moet je wetenschappelijk bewijzen dat de sport door inclusie disproportioneel oneerlijk of onveilig zou worden. Als je de opgebouwde argumentatie in de rugby richtlijn leest (2), lijken ze daar vrij goed in te slagen. Zo becijferen ze bijvoorbeeld in detail de resterende rugby-relevante voordelen in spierkracht en lichaamseigenschappen van transvrouwen na testosteron-suppressie. Ten tweede mag je de deur nooit volledig sluiten voor transgenders. Je moet met je federatie een alternatief aanbieden waar transgender atleten wel welkom zijn. World Rugby biedt al gemengde tag of touch rugby aan, en onderzoekt momenteel ook de mogelijkheden voor een gemengde contact-rugby competitie.

Het valt te verwachten dat de medische en wetenschappelijke commissies van elke federatie nu zelf de handen uit de mouwen moeten steken voor een ontzettend moeilijke opdracht: een lijn trekken door een grijze zone, op basis van betrekkelijk weinig sporttakspecifieke wetenschappelijke gegevens. Ook voor de sportwetenschappers ligt er dus nog veel werk op de plank.

En wat is er gebeurd met de testosteronwaarden? In de vorige consensus statement van het IOC uit 2015 (dat door het huidige document wordt vervangen), werd bepaald dat je bij de vrouwen kon deelnemen als je bloedconcentratie van testosteron onder de 10 nmol/L bleef gedurende 12 maanden voorafgaand aan de competitie. Daar lees je nu niets meer over. Die 10 nmol/L grens was trouwens fel gecontesteerd. De internationale atletiekfederatie (IAAF, nu World Athletics) heeft dit daarom ook nooit gevolgd, en opteerde voor een grens op 5 nmol/L, wat voor de meeste experts een veel correctere cut-off waarde lijkt om mannen en vrouwen zo goed mogelijk in twee afzonderlijke verzamelingen op te delen. 

Dat het IOC niet meer rept over testo, wil niet zeggen dat we die piste volledig verlaten. Ik hoor dat World Athletics gaat blijven vasthouden aan die 5 nmol/L om te controleren of trans of intersex atleten wel degelijk een hormoonbehandeling hebben ondergaan. Dit lijkt deels in tegenspraak met het IOC, dat stelt dat atletes niet onder druk mogen worden gezet om niet-essentiële medisch behandelingen te ondergaan, enkel en alleen maar om aan de deelnamecriteria te kunnen voldoen. Ik veronderstel dat de advocaten al klaar staan.

Tenslotte wil ik eindigen met een positieve noot. Het volledige IOC-denkkader heeft ruime aandacht voor mentaal welzijn en mensenrechten, voor de betrokkenheid van de stakeholders in de totstandkoming van de richtlijnen, voor de bescherming van de lichamelijke integriteit van alle atleten en voor de educatie van coaches en begeleiders omtrent de kwetsbaarheid van minderheden. In tijden waarin nog steeds oerwoudgeluiden en bananenschillen vanuit de voetbaltribunes komen, en ‘vadsige schijtwijven’ door de volleyzaal weergalmt, is een oproep voor meer respect voor elke sporter geen overbodige luxe, me dunkt.

  1. https://olympics.com/ioc/news/ioc-releases-framework-on-fairness-inclusion-and-non-discrimination-on-the-basis-of-gender-identity-and-sex-variations
  2. https://www.world.rugby/the-game/player-welfare/guidelines/transgender

Vind een expert

Geen relaties gevonden.

Gerelateerde items

Sportgeneeskunde
Doping

Cardiovasculaire risico's van prestatie bevorderende middelen en dopinggebruik

Sporter Sportprofessional Artikel Sportgeneeskunde
Beleid
Corona en kinderen.png

Laat kinderen zoveel mogelijk normaal sporten

Sporter Sportorganisatie Sportprofessional Nieuws Gezond Sporten Beleid Sportgeneeskunde Gezond Sporten
Kinderen en jongeren_sporthethiek.png

Hoe kijken kinderen en jongeren naar een veilig sportklimaat?

Sporter Blog Ethiek
Beleid
Grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag in de sportclub: wat kan jij doen en bij wie kan je terecht?

Sporter Blog Ethiek Gezond Sporten Beleid Gezond Sporten
Sluiten