Training
Krachttraining bij kinderen en jongeren
Sporter Sportprofessional Artikel Training TrainingEr wordt vaak gedacht dat krachttraining schadelijk is voor kinderen en jongeren en dat de effecten verwaarloosbaar zouden zijn. Maar kloppen deze opvattingen wel? Professor Jan Boone geeft je een antwoord op al je vragen over krachttraining bij kinderen en jongeren.
Kracht is een belangrijke lichamelijke basiseigenschap die niet alleen het dagdagelijks functioneren faciliteert maar ook een impact kan hebben op blessurepreventie en de factoren die prestatie beïnvloeden binnen verschillende sportdisciplines (figuur 1).
Figuur 1. Kracht als motor achter de basiseigenschappen die prestatie bepalen (Faigenbaum et al., 2016)
De maximale kracht die een individu kan ontwikkelen stijgt progressief met de leeftijd (zie figuur 2) waarbij er een sterke dissociatie ontstaat tussen jongens en meisjes tijdens de puberteit. De krachttoename is immers afhankelijk van de productie van het mannelijke geslachtshormoon testosteron, wat een eiwitopbouwende werking heeft.
Figuur 2. Evolutie van kracht in functie van leeftijd (in %) van de maximale kracht bij volwassen mannen
Bij het ontwikkelen van kracht moet rekening gehouden worden met groei en biologische rijping. Het skelet van kinderen en adolescenten is minder druk- en buigbestendig, waardoor het passieve bewegingsapparaat in vergelijking met volwassenen een lagere belastbaarheid heeft. Het schadelijke effect van intensieve krachttraining bij jongeren zal dan ook voornamelijk tot uiting komen ter hoogte van het passieve bewegingsapparaat en dit ten gevolge van hetzij een éénmalig trauma, of hetzij herhaalde microtraumata en een langdurige overbelasting. Zo kan een overbelasting van het skelet en/of te sterk uitgesproken nadruk op hypertrofie (spierontwikkeling) op jonge leeftijd resulteren in verstoring van de harmonische groeiontwikkeling door het aantasten van de beenderkernen.
Het feit dat de belastbaarheid van het houdings-en bewegingsapparaat kleiner is bij jongeren, is echter geen reden om krachtontwikkeling bij jongeren niet te oefenen en te stimuleren. De problematiek situeert zich voornamelijk in een juiste dosering van de aangeboden prikkels alsook in een correcte technische uitvoering van de krachtoefeningen. Zo treden meer dan 40% van de blessures ten gevolge van krachttraining op in een thuissituatie, op het moment dat kinderen niet begeleid worden.
Omtrent het effect van training op krachtontwikkeling bij kinderen en jongeren bestaat vrij veel controverse. Dit is vooral gerelateerd aan het gegeven dat groei en maturatie eveneens een invloed hebben op krachtontwikkeling waardoor het additionele effect van training in de krachtwinst soms moeilijk te bepalen is. Tot in de jaren ’80 heerste de opinie dat krachttraining slechts zinvol was vanaf de puberteit, daarbij verwijzend naar het determinerend effect van het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Sluitend wetenschappelijk bewijs werd hier echter niet voor gevonden en deze visie werd dan ook eerder ingegeven vanuit intuïtief aanvoelen. Vaak werd in wetenschappelijke studies een geringere krachtwinst gevonden bij jongeren in vergelijking met volwassenen maar hierbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat de oefenmodaliteiten verschilden tussen beide groepen. Meer recente onderzoeken tonen aan dat kinderen/jongeren effectief in staat zijn om het krachtpotentieel via krachttraining te bevorderen boven het groei-en maturiteitsgebonden niveau. Een belangrijke factor hierbij is het nastreven van voldoende belastingsintensiteit, vergelijkbaar met klassieke krachtprogramma’s die voorgeschreven worden voor volwassenen. Het dient echter opgemerkt te worden dat de krachtwinst bij jongeren minder gepaard gaat met hypertrofie (een toename in spierdikte, spiervolume), maar eerder het resultaat is van een betere coördinatie en een toename van spieractiviteit (i.e., neuromusculaire adapataties). Een uitgesproken toename in spiermassa door hypertrofie zal pas echt tot uiting komen eens de biologische rijping voldoende is waarbij de productie van mannelijke geslachtshormonen een determinerende rol speelt. Bijgevolg is het periodiseren van krachttraining bij jongeren sterk afhankelijk van de individuele biologische ontwikkeling en maturiteit. Krachttraining op jonge leeftijd zal ook een preventief effect hebben op het optreden van blessures, vooral wanneer in georganiseerde en competitieve vorm sport beoefend wordt. Zo zal de toename van kracht de spieren en pezen zodanig versterken dat het absorptievermogen bij plotse bewegingen verbeterd wordt. Bovendien zal het spierevenwicht rond de gewrichten verbeteren wat eveneens een blessurepreventief effect heeft.
Algemene richtlijnen
- Krachttraining bij kinderen start altijd vanuit een veelzijdige krachtontwikkeling met als doel het houdings-en bewegingsapparaat te versterken en het lichaam klaar te maken voor doorgedreven krachttraining i.f.v. prestatie. Dit betekent enerzijds dat oefeningen ter bevordering van de rompstabiliteit en houding essentieel zijn in het schema alsook dat de oefeningen niet mogen focussen op eenzijdige ontwikkeling van spieren. Om de belasting op het lichaam onder controle te houden, wordt bij voorkeur gewerkt met oefeningen waarbij het eigen lichaamsgewicht of lichte supplementaire weerstand overwonnen moet worden. Dergelijk krachtprogramma dat inwerkt op functionele kracht kan uitgevoerd worden tussen de 8-13 jaar. De trainingsomvang kan progressief verhoogd worden over de jaren heen.
- Vanaf de leeftijd van 14 jaar kan gestart worden met krachttraining met externe gewichten (isotone dynamische krachttraining). Het is aangewezen vooraleer hiermee gestart wordt een orthopedisch onderzoek uit te laten voeren om eventuele ontwikkelingsstoornissen op te sporen. Dit krachtprogramma wordt bij voorkeur uitgevoerd op vaste toestellen waarbij bewegingen verlopen in een gesloten keten waardoor het risico op blessure beperkt is. Het krachtprogramma kan bestaan uit 6-8 oefeningen die de belangrijkste spiergroepen aanspreken aangevuld met core stability oefeningen i.f.v. het versterken van rompmusculatuur. Bij de oefeningen op de toestellen wordt gewerkt aan een intensiteit tussen 60 en 75 % van het maximale gewicht dat kan verplaatst worden (i.e., Repetition Maximum, RM) waarbij 3 reeksen uitgevoerd worden van 10-20 herhalingen telkens met 3-5 minuten rust tussen de reeksen. Aanvullend kan eventueel gestart worden met krachtoefeningen met losse halters (squat, power clean, bench press, …) waarbij de bewegingen in een open keten verlopen. Deze oefeningen zijn vaak sportspecifieker (sluiten aan bij sport waarvoor getraind wordt), maar hebben een groter blessurerisico. Een correcte technische uitvoering is hierbij van cruciaal belang en dient reeds vanaf jonge leeftijd aangeleerd te worden. Deze oefeningen zullen in deze fase van beginnende krachttraining echter uitgevoerd worden met zeer lage belasting (bv. bezemsteel) zodat de volle aandacht kan gaan naar techniek van uitvoering. Naarmate de basiskracht opgebouwd wordt kan het aandeel van deze sportspecifieke krachtoefeningen toenemen alsook het gewicht dat gebruikt wordt bij deze oefenvormen.
- Er dient rekening gehouden te worden met de biologische ontwikkeling van een individu in het kader van het periodiseren van krachttraining. Tijdens de puberteit (vooral de eerste fase bij aanvang van de groeispurt) is er een verminderde belastbaarheid van de wervelzuil. Daarnaast wordt een individu gevoeliger voor toename van spiermassa eens de productie van mannelijke geslachthormonen begint toe te nemen. Omwille van deze redenen dient de start van het basiskrachtprogramma (zoals hierboven beschreven) aangepast te worden aan de maturiteit van het individu. Zo kunnen vroegrijpe jongeren op jongere leeftijd starten met externe gewichten (12-13 jaar), terwijl laatrijpe jongeren hiermee beter beginnen op latere leeftijd (15-16 jaar).
Figuur 3. Overzicht van de opbouw van krachttraining bij kinderen en jongeren
- Elke krachttraining dient voorafgegaan te worden door een goede cardiovasculaire opwarming. Het verhogen van de lichaams- en spiertemperatuur maakt het lichaam klaar voor het uitvoeren van inspanningen. Zo zal de spier elastischer en meer ontspannen zijn na een goede opwarming wat het blessurerisico reduceert.
- Krachttraining dient ook gecombineerd te worden met lenigheidstraining. Doorgedreven krachttraining zal spieren doen verharden en verdikken (zowel acuut als chronisch). Het integreren van stretchoefeningen na de krachttraining is aangewezen - zonder daarbij de pijngrens te overschrijven - om de relaxatie van de spieren na de krachttraining te faciliteren en de spieren terug op rustlengte te brengen.
Vraag & antwoord
- Is krachttraining bij kinderen gevaarlijk?
Krachttraining bij kinderen kan een negatieve invloed hebben op het houdings- en bewegingsapparaat. Door een éénmalig trauma of herhaalde microtraumata en overbelasting kan de harmonische groeiontwikkeling verstoord worden. Bij aantasting van de beenderkernen kan de groeisnelheid van botten beïnvloed worden. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat indien er aandacht besteed wordt aan een technische correcte uitvoering alsook aan goed opgebouwde belasting dat dit risico gereduceerd wordt tot 0 en krachttraining veeleer een positief effect zal hebben op blessurepreventie.
- Is krachttraining zinvol bij kinderen?
Goed opgebouwde en gestructureerde krachttraining bij kinderen en jongeren zal het lichaam in zijn globaliteit versterken waardoor dit een positief effect heeft op blessurepreventie. Daarnaast is aangetoond dat krachttraining effectief de krachtontwikkeling stimuleert bij kinderen, voornamelijk door een verbeterde coördinatie en toename van spieractiviteit. Functionele krachttraining (met gebruik van eigen lichaamsgewicht) is bovendien een ideaal fundament om dan vanaf de leeftijd van 14 jaar op een veilige manier met externe gewichten aan krachttraining te doen i.f.v. sportprestatie.
- Vanaf welke leeftijd kan een kind/jongere starten met krachttraining binnen een fitness-setting (externe gewichten)?
Als algemene richtlijn wordt gesteld dat de leeftijd van 14 jaar geschikt is om te starten met krachttraining gebruik makend van externe gewichten. Dit is de leeftijd waarop de groeispurt bereikt wordt en waar de productie (bij jongens) van mannelijke geslachtshormonen (testosteron) zal toenemen. Dit is een voorwaarde voor het ontwikkelen van spiermassa en dus ook maximale kracht. Hierbij dient wel gesteld te worden dat 14 jaar een richtleeftijd is en dat dit dus niet afgestemd te worden op de biologische ontwikkeling van het individuele kind/jongere: laatrijpe jongeren starten eerder op 15-16 jaar, vroegrijpe jongeren starten op de leeftijd 12-13 jaar. Het eerste programma binnen een fitness-setting dient echter gericht te zijn op het ontwikkelen van de basiskracht waarbij voornamelijk toestellen gebruikt worden (gesloten keten). De intensiteit dient te liggen op 60-75% van de 1RM en er dienen 3 reeksen uitgevoerd te worden van 10-20 herhalingen telkens met 3-5 min rust tussenin. Het programma dient te bestaan uit 6-8 oefeningen waarbij veelzijdige lichamelijke ontwikkeling centraal staat. Dit programma is een voorwaarde om te kunnen starten met losse halters.
- Is het veilig voor kinderen uit vroeg-specialisatiesporten (gymnastiek, dans, zwemmen, ...) om vroeger te starten met krachttraining binnen een fitness-setting?
Kracht is in vele vroeg-specialisatiesporten een belangrijke prestatiebepalende factor. Het is dan ook niet mogelijk om te wachten tot de leeftijd van 14 jaar vooraleer te starten met doorgedreven krachttraining. Krachttraining binnen een fitness-setting op de leeftijd van 10-14 jaar kunnen zeker zonder risico gebeuren op voorwaarde dat er veel aandacht besteed wordt aan de correcte technische uitvoering en dat er een zekere mate van begeleiding voorzien is. Hoewel dit naar het opbouwen van spiermassa (hypertrofie) niet de ideale leeftijd is, is het noodzakelijk om hiermee vroeg te starten in functie van het bereiken van een topprestatie op de leeftijd tussen 16 en 22 jaar. Het dient echter gesteld te worden dat de vooropgestelde periodisering van kracht over meerdere jaren dient gevolgd te worden, waarbij gestart wordt met functionele kracht, gevolgd door krachttraining op vaste toestellen (basiskracht), en dan pas sportspecifieke krachttraining met losse halters (open keten).