Beleid
Genderinclusie in de sport: wat betekent dat in de praktijk?
Sportorganisatie Blog Beleid ICES EthiekSinds de transgenderwet van 2017 is er binnen de sport meer aandacht voor gender- en seksediverse personen. De wet benadrukt het recht op zelfbeschikking: iemand is man, vrouw of non-binair als hij, zij of die dat zo innerlijk aanvoelt. Dat staat los van het geslacht dat werd toegewezen bij de geboorte of het geslacht dat (nog) op de identiteitskaart staat aangegeven.
Dat zelfbeschikkingsrecht roept bij verschillende sportactoren zeer concrete vragen op:
- Hoe kunnen we inclusief werken ten aanzien van deze doelgroep?
- Wanneer kan een transgender persoon overstappen naar een andere categorie en onder welke voorwaarden?
- Wat met kleedkamerbeleid, douches of toiletten?
- Hoe moeten we communiceren en spanningen weghalen?
In grote lijnen adviseren we om zo inclusief mogelijk te werken ten aanzien van gender- en seksediverse personen, zeker als het over breedtesport gaat. Laten we even dieper ingaan op wat inclusief werken inhoudt en een aantal praktische vraagstukken bekijken.
1. Hoe kunnen we inclusief werken ten aanzien van deze doelgroep?
Vertrek vanuit genderidentiteit. Iemands paspoort is niet noodzakelijk een actuele afspiegeling van jouw clublid. Creëer ruimte om mensen aan te spreken met hun gekozen naam (‘roepnaam’) en voornaamwoorden. Doe dit consequent: in persoonlijke gesprekken, maar ook in e-mails, berichten en formulieren.
Zorg voor openheid en transparantie. Een transitie kan een sociaal, juridisch en/of medisch proces zijn dat vaak gepaard gaat met een zoektocht, zowel voor de persoon zelf als voor diens omgeving. In die zoektocht is open communicatie en transparantie belangrijk.
Wees flexibel met kledijvoorschriften. Vaak zijn er aparte kledijvoorschriften voor mannen en vrouwen. Dat beperkt de openheid voor genderidentiteit en -expressie. Flexibele kledijvoorschriften en uniformiteit kunnen perfect samen gaan: werk met kleuren en logo’s, vervang mannen- en vrouwenmodellen door gecentreerde en losse kledij en/of maak een onderscheid tussen training en wedstrijd. Geef duidelijk aan waarom in sommige gevallen niet afgeweken kan worden deze voorschriften.
Besteed aandacht aan je communicatie. Onze taal bestaat uit beeldspraak en woordassociaties die we door de tijd heen ontwikkelden. Maar onze samenleving evolueert sneller dan taal. Wees aandachtig voor mogelijke stereotypen en vooroordelen in ons taalgebruik en in jouw interne en externe communicatie.
Creëer een veilig sportklimaat. Gender- en seksediverse personen zijn kwetsbaar voor discriminatie en pestgedrag. Voorzie een gedragen anti-pestbeleid, gedragscode en een beleid rond grensoverschrijdend gedrag om ieders individuele waardigheid te beschermen. Maak deze zichtbaar en treed op indien nodig.
Inclusie beperkt zich niet tot een reglement over deelname. Ervoor zorgen dat iedere sporter zich welkom en deel van de club voelt, zit vooral in de kleinere dingen.
Handvaten nodig?
-
-
- Lees meer over gender- en seksediverse personen in de Praktijkgids.
- Vraag een vorming ‘genderbewuste communicatie’ aan.
- Raadpleeg de toolkit ‘grensoverschrijdend gedrag’.
- Volg de vorming ‘Time Out Tegen (Online) Pesten’.
-
2. Hoe kunnen we ons kleedkamerbeleid opstellen?
Bij het gebruik van kleedkamers is het niet altijd even duidelijk wat wel en niet kan of mag. De denkoefeningen van het College voor de Rechten van de Mens (Nederland) en de Vlaamse Genderkamer kunnen richtinggevend zijn voor Vlaamse sportfederaties en -clubs.
Idealiter gebruiken gender- en seksediverse personen de beschikbare kleedkamers op basis van hun genderidentiteit. Dat beantwoordt het meest aan de rechten van elk individu. Sensibiliseren over lichamelijke diversiteit en het respecteren van grenzen spelen daarbij een belangrijke rol.
In de praktijk kan dit scenario voor uitdagingen zorgen:
- Een gender- of seksedivers persoon voelt zich niet comfortabel
Soms kan het zijn dat iemand een aparte ruimte vraagt om zich om te kleden. Deze vraag moet je uiteraard niet negeren ‘omdat je een inclusief beleid voert’. Benadruk dat je een inclusief beleid voert en ga samen op zoek naar een geschikte oplossing. Kan je een individuele kleedruimte voorzien? Wat heeft de persoon nodig om zich veilig te voelen in de algemene kleedkamers?
- Vragen of bezorgdheden rond toegang tot de kleedkamer voor vrouwen
Er is in België geen juridische definitie die omschrijft wat ‘man’ of ‘vrouw’ is, ook niet bij kleedkamers. In de Belgische wetgeving staat zelfbeschikking centraal. Dat betekent dat een persoon zelf bepaalt hoe die zich identificeert. Als man, vrouw of non-binair. Deze zelfbeschikking vormt de basis voor kleedkamergebruik.
Bovendien zijn gender- en seksediverse personen geen risico voor de algemene integriteit of veiligheid. Hen uitsluiten is dus niet proportioneel en onwettelijk.
- Iemand anders voelt zich niet comfortabel bij een gender- of seksedivers persoon
Natuurlijk wil je als organisatie ieders veiligheid en integriteit bewaken.
+ Ga in gesprek met de sporter die zich oncomfortabel voelt en leg je beleid uit. Bespreek hoe je binnen dit beleid tot een oplossing kan komen. Overweeg, indien nodig en veilig, om de gender- of seksediverse persoon in kwestie te betrekken.
- Vraag niet zomaar aan gender- of seksediverse personen om zich in een aparte ruimte om te kleden zonder een concrete aanleiding of voorval. Het is niet hun verantwoordelijkheid om de situatie te vermijden of ontlopen.
Over het algemeen kan een apart kleedhokje voor iedereen die dat wenst een alternatieve oplossing bieden in ieder scenario. In de praktijk is dat niet altijd haalbaar. In dat geval zijn situaties makkelijker aan te pakken met een kleedkamerbeleid. Neem zeker volgende zaken op:
|
3. In welke categorieën kunnen gender- en seksediverse personen deelnemen?
Een beleid rond deelname is relevant voor zowel gender- en seksediverse personen als voor federaties, clubs en medesporters. Het schept duidelijkheid voor iedereen.
Bovendien: als je geen beleid hebt als federatie, voer je juridisch gezien een beleid van inclusie. Dat kan aangevochten worden, bijvoorbeeld door sporters die het daar niet mee eens zijn of die plots uitgesloten worden. Je maakt dus best een doordacht en gedragen beleid op.
Bestaan er richtlijnen waarop we ons kunnen baseren?
Elke federatie moet zelf de denkoefening maken over wat voor hun specifieke context relevant is. Enkel bij topsport ben je verplicht de richtlijnen van de internationale federaties te volgen. Die richtlijnen kunnen richtinggevend zijn voor andere niveaus, zolang je kritisch blijft over het toepassingsgebied en de relevantie voor jouw eigen organisatie.
Verder benadrukt het IOC ‘Framework on Fairness, Inclusion and Non-discrimination on the basis of gender identity and sex variations’ het belang van wetenschappelijk onderbouwde beslissingen.
Dat is niet eenvoudig. Er is een gebrek aan langdurig onderzoek bij de juiste atleten en met de juiste methode. Daardoor is er ook geen consensus over mogelijk oneerlijke voordelen. Er is wel consensus dat er geen oneerlijk voordeel bestaat als een persoon geen mannelijke puberteit heeft gehad.
Wat kunnen we dan wel doen?
Met het Framework (2021) stelde het IOC 10 principes op die je kan gebruiken als houvast wanneer je een beleid opmaakt. Ook juridisch gezien zijn er een aantal richtlijnen die je kan volgen. Het principe van proportionaliteit is daarbij fundamenteel: elke maatregel vraagt een legitiem doel en moet de minst ingrijpende oplossing zijn.
Ongeacht het model dat je verkiest, werk je best gemotiveerd en doordacht. We lichten een aantal scenario’s toe:
- Volledige uitsluiting van trans vrouwen in de vrouwencompetitie
Op basis van eerdere rechtspraak is dit scenario niet proportioneel en dus niet te rechtvaardigen. Er moet met andere woorden altijd een mogelijkheid tot deelname zijn.
- Uitsluiting van trans vrouwen in de vrouwencompetitie op basis van testosteronwaarden en de mannelijke puberteit
Dit scenario kan mogelijk gerechtvaardigd worden, maar alleen als er concreet bewijs is van een competitief voordeel als gevolg van hun hogere actuele testosteronwaarden en dat dit voordeel de eerlijke competitie in het gedrang brengt.
- Inculsie of uitsluiting van trans vrouwen in de vrouwencompetitie op basis van individuele afweging
Of dit beleid rechtvaardig is, hangt af van de manier waarop je als organisatie individuele cases evalueert en welke gevolgen die evaluatie krijgt. Als deze proportioneel zijn, kan dit scenario gerechtvaardigd worden. Let hier op dat je procedure aandacht heeft voor de (sociale) veiligheid en privacy van de persoon in kwestie.
- Volledige inclusie van trans en seksediverse vrouwen in de vrouwencompetitie
In dit scenario ervaren gender- en seksediverse personen vanuit hun perspectief geen probleem meer. Hoewel atypisch, valt het niet uit te sluiten dat hier (juridische) tegenargumenten mogelijk zijn, zoals indirecte discriminatie van cisgender vrouwen.
- Inclusie of uitsluiting van seksediverse vrouwen in de vrouwencompetitie
De mogelijkheden hier komen in grote mate overeen met de beleidsmogelijkheden rond trans vrouwen. Een grote uitzondering bij seksediverse vrouwen is dat er bij een eventuele uitsluiting geen rekening gehouden kan worden met testosteronwaarden. Uitsluiting mag enkel als er concreet bewijs is dat deelname aan de vrouwencompetitie een eerlijke en veilige competitie in het gedrang brengt.
- Deelname van trans mannen aan de vrouwencompetitie
Indien een trans man (nog) geen testosteron inneemt, bestaat er geen redelijke verantwoording om hem uit te sluiten van de competitie. Als de persoon wel een hormoonbehandeling krijgt, moet er rekening gehouden worden met de anti-dopingregelgeving en een eventueel TTN (Toestemming Therapeutische Noodzak).
Kunnen we een open categorie voorzien?
Een open categorie kan een oplossing zijn, maar niet altijd.
Soms wordt een open categorie in de praktijk een derde of aparte categorie. Hiervoor zijn er vaak te weinig atleten en activiteiten, waardoor er onvoldoende kwalitatief aanbod is. Het maakt gender- en seksediverse personen als groep bovendien erg zichtbaar.
Ook als je verwacht dat gender- en seksediverse personen deelnemen in de mannencategorie, verhoogt deze methode de zichtbaarheid en bijgevolg de kwetsbaarheid van de doelgroep.
Een open categorie werkt pas als deze écht open is voor iedereen, dus ook voor cisgender vrouwen die dat wensen. En als er voldoende aandacht gaat naar een veilige sportomgeving, met sensibilisering rond diversiteit en het respecteren van grenzen.
Ben je aan het werken aan nieuwe regelgeving? Contacteer ons gerust voor ondersteuning.
4. Hoe moeten we communiceren en spanningen weghalen?
Gender- en seksediversiteit in sport kan vragen of weerstand oproepen. De manier waarop het thema soms besproken wordt in de media kan daartoe bijdragen. Als organisatie is het niet altijd makkelijk om te weten hoe je daar best mee omgaat.
Communiceer alleen als het echt nodig is. Niet elke nieuwe regel of aanpassing vraagt een nieuwe campagne. Soms is het voldoende om deze gewoon in te voeren. Bovendien beperken initiatieven (zoals werken rond lichamelijke diversiteit of haatspraak) zich niet tot het thema gender en kan het lonen om een breder perspectief te hanteren.
Werk preventief. Als je toch moet communiceren, denk dan actief na over mogelijke weerstand, vragen of opmerkingen: van wie verwachten we weerstand? Om welke redenen kan er weerstand zijn? Wie kan ons helpen de boodschap uit te dragen? Nadenken over die vragen en ze meenemen in je communicatie kan vervelende situaties voorkomen.
Ga op zoek naar de onderliggende zorgen. Achter weerstand zitten vaak bezorgdheden. Bied de nodige ruimte om deze bezorgdheden te uiten, op voorwaarde dat dat op een respectvolle manier gebeurt. Dat creëert tegelijk een gevoel van betrokkenheid en transparantie.
Reageer op haatspraak. Als iemand een gender- of seksediverse persoon (indirect) aanvalt, is het belangrijk dat iedereen die betrokken is bij jouw organisatie– van medewerker tot sportouder en sporter- weet hoe ze kunnen reageren. Maak positief omstandersgedrag onderdeel van je clubcultuuren reageer altijd (ook bij pesten, uitsluiting, racisme…).
Werk je rond gender in sport en heb je nood aan ondersteuning of extra info? Twijfel niet om ons te contacteren via info@sportieq.be of laura@sportieq.be (beleidsmedewerker gender en diversiteit). |
Volgende publicaties werden gebruikt om dit advies vorm te geven:
- Hoebeke, P., & Courtois, I. (2024). Gender Goals. Seksuele diversiteit in sport. Borgerhoff & Lamberigts.
- Internationaal Olympisch Comité. (2021). IOC Framework on Fairness, Inclusion, and Non-discrimination on the basis of gender identity and sex variations. Link: https://stillmed.olympics.com/
- Out For The Win & Sportieq. (2024). Praktijkgids Gender- en Seksediverse Personen in Sport. Link: https://www.ethischsporten.be/
- D’Espallier, A. (2019). Gender & Sport. Hink-stap-sprong naar een inclusief beleid. Link: https://publicaties.vlaanderen.be/