Sommige topsporters willen zo graag hun volgende wedstrijd winnen dat ze door de bomen het bos niet meer zien. Sport neemt hun hele leven over. Ze raken uit balans en verliezen hun langetermijnsperspectief. Zo kan overdreven focus op lichaamsgewicht uitmonden in een eetprobleem, en soms zelfs een echte eetstoornis.
Diverse internationale studies tonen aan dat topsporters een iets hoger risico op een eetprobleem lopen dan mensen die niet aan topsport doen. Dat geldt vooral voor vrouwelijke elitesporters in sporten met esthetische aspecten (zoals gymnastiek), sporten volgens gewichtscategorieën en duursporten. Uit een onderzoek van de KULeuven in 2013 blijkt weliswaar dat ook de gemiddelde Vlaamse topsporter in vergelijking met de doorsnee burger een licht verhoogd risico op eetproblemen loopt, maar dat hij of zij daarom nog geen eetstoornis heeft. Het probleem is echter dat niet alle eetproblemen of -stoornissen bij sporters worden herkend, en dat ze dus vaker voorkomen dan de cijfers doen uitschijnen of sporters willen toegeven. Veel sporters en zeker elitesporters waren altijd al bovengemiddeld gefocust op hun uiterlijk en onder druk van social media en sportapps kan die focus in sommige gevallen wel degelijk uit de hand lopen.
Als recreatieve sporter loop je minder risico op eetproblemen, maar als je veel traint en te weinig eet of drinkt (vaak doordat je te sterk op je gewicht gefocust bent), dan ontstaat een negatieve energiebalans en wordt het risico dat ook jij een eetstoornis ontwikkelt reëel. Vandaar dit artikel over eetproblemen en eetstoornissen in de sport.
Eerst kom je meer te weten over het precieze verschil tussen een eetprobleem en een eetstoornis. Daarna bespreken we de vaakst voorkomende eetstoornissen bij sporters en de risicofactoren die tot problemen of stoornissen kunnen leiden. We geven ook aan hoe een coach hiermee het best omgaat. Wil je extra informatie over eetproblemen en -stoornissen in de sport, dan kan je ook doorklikken op de vermelde bronnen.
Wat is het verschil tussen een eetprobleem en een eetstoornis?
Bij een eetprobleem is het gezonde eetgedrag verstoord, waardoor de persoon in kwestie niet meer op een ontspannen of natuurlijke manier eet. Je hebt bijvoorbeeld regelmatig periodes dat je je overeet of dat je een maaltijd overslaat. Een eetprobleem kan op zichzelf staan maar het kan ook deel uitmaken van een eetstoornis. Bij zo'n eetstoornis gaat het verstoorde eetgedrag samen met problemen in de sociale omgang (zoals een sporter die zich terugtrekt of isoleert), problematische gedachten of gevoelens (bijvoorbeeld een laag zelfbeeld), lichamelijke problemen (zoals onder- of overgewicht) en een negatief lichaamsbeeld. Bij een eetstoornis kampt de sporter dus niet alleen met een eetprobleem, maar ook met een mentale stoornis.
Meest voorkomende eetstoornissen
Je moet een onderscheid maken tussen enerzijds erkende eetstoornissen en anderzijds ongespecificeerde voeding- of eetstoornissen. Voor de erkende eetstoornissen gebruiken we de definities en criteria van het referentiewerk DSM-5 (vijfde editie van de ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’). Onderstaande eetstoornissen komen het meest voor in de sportwereld:
Anorexia nervosa
Bij anorexia nervosa is er sprake van een verstoord lichaamsbeeld en excessief diëten dat leidt tot ernstig gewichtverlies met een ziekelijke angst om dik te worden. Het zelfbeeld komt niet overeen met de realiteit en is zeer negatief.
Anorexia nervosa kan leiden tot onder meer hartproblemen (bijvoorbeeld ritmestoornissen zoals bradycardie en arrhytmie), maag-darmklachten, afwijkingen van het endocriene systeem, botmassaverlies en menstruatiestoornissen.
Bulimia nervosa
Bulimia nervosa is de naam voor herhaalde episodes van eetbuien (binge eating) waarbij de persoon heel veel eet in een korte tijd (twee uur), controleverlies over het eetgedrag tijdens de episodes en herhaald onaangepast compenseren (braken, misbruik van laxeermiddelen of andere medicatie, uithongeren of overdreven sporten).
Deze eetstoornis kan leiden tot onder meer maag-darmklachten, onregelmatige menstruatie en keel- of tandproblemen.
Eetbuistoornis
Een eetbuistoornis lijkt op bulimia nervosa maar de eetbui wordt na afloop niet gecompenseerd. Tijdens de epidsodes eet de persoon wel zeer grote hoeveelheden in een korte tijdsperiode en is er controlverlies over het eetgedrag.
Anorexia athletica
Bij anorexia athletica – een eetstoornis die, zoals de naam aangeeft, specifiek bij sporters voorkomt – bestaat er grote angst om gewicht bij te komen of dik te worden terwijl er juist van ondergewicht sprake is. De persoon vertoont een gewichtsverlies van minstens 5% en traint te vaak of te hard.
Vrouwelijke-sporterstriade
Vrouwelijke-sporterstriade, of female athlete triad, is de verouderde naam voor een combinatie van drie medische problemen:
1. verstoord eetgedrag (te lage energie-inname)
2. oligomenorroe of amenorroe (minder of geen maandstonden)
3. osteoporose of osteopenie (afname van de botsterkte)
Intussen geberuiken we de term RED-S (Relative Energy Deficiency in Sports), die breder is. RED-S kan ook mannen treffen, zonder menstruatieproblemen dan.
Risicofactoren
Diverse factoren dragen bij tot het risico op een eetprobleem of -stoornis in de sport. Een van die factoren is de manier waarop een sporter denkt over succes en mislukking. Zo kan een sporter er zonder realistische aanleiding van overtuigd raken dat zijn of haar succes van een laag lichaamsgewicht en een laag vetpercentage afhangt, en - omgekeerd - dat mislukking met een hoog lichaamsgewicht en een hoog vetpercentage te maken heeft. Een andere risicofactor is gewichtgerelateerde coachingdruk, waarbij de coach bepaalde gewichtnormen vooropstelt die de sporter als druk ervaart, zoals een coach die een opmerking maakt over het gewicht of de verschijning van de sporter, een bepaald dieet promoot of een mislukking aan een "te hoog gewicht" wijt. Daarnaast kunnen sporters onderlinge gewichtgerelateerde druk ervaren, van elkaar dus. Ook een sportoutfit die veel lichaamsdelen bloot laat, zoals bij beachvolley, kan een risicofactor voor eetproblemen vormen. Nog andere risicofactoren zijn blessures, depressie, overtraining of seksueel misbruik.
Coaching van atleten met een eetprobleem of -stoornis
Wanneer je als coach vermoedt dat een sporter een eetprobleem of -stoornis heeft, dan is het belangrijk dat probeert aan te kaarten tijdens een open gesprek. Toon vooral je bezorgdheid over je vermoedens, focus op feiten, stel vooral geen diagnose en bestempel de sporter niet als probleem. Als de sporter het probleem erkent, ga dan samen op zoek naar mogelijke oplossingen. Ontkent de sporter het probleem, maar ben jij als coach niet overtuigd of gerustgesteld, duw dan niet meteen door maar probeer het gesprek op een later moment voor te zetten. Geef je sporter hoop.
Andere bronnen
Voor meer en specifiekere informatie is er een website waar de verschillende soorten eetproblemen worden besproken en waar sporters, trainers en ouders tips krijgen om eetproblemen tijdig te herkennen. De site werd ontwikkeld door Sport Vlaanderen en Eetexpert vzw en is als volgt opgebouwd:
- Eetproblemen in de sport. Ook in Vlaanderen?
- Welke eetstoornissen komen het vaakst voor?
- Ben je een (top)sporter?
- Ben je trainer of betrokken bij de omkadering van een (top)sporter?
- Ben je ouder van een (top)sporter?
- Wat is een signaal van een eetprobleem? En wanneer wordt het gedrag alarmerend?
- Hoe benader je best jouw kind inzake zijn/haar voedingspatroon? Hoe geef je best advies? En wat geef je als advies?
- Hoe communiceer je met jouw kind, partner, vriend(in), … als het over voeding gaat? Hoe ondersteun je jouw topsporter hierin het best?
- Heb je een vermoeden dat jouw kind, partner of vriend(in) kampt met een eetprobleem? Hoe kan je hem of haar helpen?
Ook heel interessant is de blogpost over het RED-S syndroom van sportdiëtiste Inge De Ridder.