Sportgeneeskunde
Of wachten we tot een Belgische sporter op tv instort?
Sportprofessional Nieuws SportgeneeskundeZonder snelle hulp zou Christian Eriksen niet meer leven. Bij ons krijgen elk jaar enkele tientallen mensen een hartstilstand tijdens of kort na het sporten. Precieze cijfers zijn er niet; dat is een van de problemen. Ook amateurs worden getroffen, en dan is er lang niet altijd een camera, arts of reanimatie-apparatuur in de buurt. Ongewild heeft een Deense voetballer het thema ‘hartstilstand in de sport’ weer op de agenda gezet. De overheid kan dit momentum aangrijpen met extra maatregelen, zodat méér mensen hartmassage kennen en er op risicolocaties een hartstarter (AED) hangt.
Wat er al ondernomen is, en wat niet
In 2016 lanceerde SKA het Sportcardiaal Actieplan. Onder meer de volgende punten zijn al gerealiseerd:
- SKA ontwikkelde een wetenschappelijk onderbouwd protocol voor sportmedisch onderzoek waarbij ook het hart regelmatig wordt onderzocht, al is dat geen garantie om alle gevallen van hartstilstand te voorkomen.
- De btw op hartstarters is verlaagd tot 6 procent.
- Nabestaanden hoeven de kosten van een autopsie niet meer te betalen.
Drie belangrijke punten blijven wachten op actie:
- Hoewel alle profs en steeds meer amateursporters (regelmatig) een hartonderzoek krijgen, blijft hartstilstand een raadselachtig fenomeen. Systematische diagnostiek en meer wetenschappelijk onderzoek zijn nodig. Daarom willen SKA en Gezond Sporten een online meldpunt, mét een groep van onderzoekers om te achterhalen wat slachtoffers gemeen hebben.
- Ons land heeft maar 10.000 hartstarters, tegenover 25.000 in Nederland. Alweer zijn er geen exacte cijfers voor België, vanwege gebrekkige registratie. Maar niet alleen het aantal hartstarters telt; permanente beschikbaarheid op de juiste risicolocaties is net zo belangrijk.
- De meeste burgers weten niet wat ze moeten doen bij een hartstilstand.
Actiepunten 1 en 2 komen vooral neer op politieke moed en daadkracht, naast budget. Actiepunt 3 vergt meer uitleg.
Driekwart van sporters kan of durft niet reanimeren
Uit cijfers van SKA via sportkeuring.be blijkt dat bijna driekwart (74,2%) van de tot nu toe 18.480 mensen die een vraag over reanimatie hebben beantwoord, naar eigen zeggen niet kan of niet durft te reanimeren.
- 42,3% antwoordt: “ik kan niet reanimeren en wil het ook niet wil leren”
- 24,9% antwoordt: “ik kan niet reanimeren maar wil het graag leren”
- 6,9% antwoordt: “ik kan reanimeren maar zou het in het echt niet durven”
Dit zijn mensen die (willen) sporten en begaan zijn met gezondheid; mogelijk is van de algemene bevolking nog minder dan een kwart in staat én bereid om te reanimeren. Hoe pakken we dit probleem aan? Door drempels te verlagen, de boodschap te vereenvoudigen en die grootschaliger te verspreiden.
Keep it simple
We horen en lezen nog steeds dat je bij een hartstilstand x-aantal (30) borstcompressies moet afwisselen met y-aantal (2) beademingen. Maar beademen hoeft niet, tenzij je dat echt goed onder de knie hebt. Dr. Tom Teulingkx, sportarts en voorzitter van SKA: “Mensen waren al bang voor aids en nu, met corona, schrikt mond-op-mondbeademing hen nog méér af. Bovendien is bewezen dat beademing door een leek de overlevingskans niet verbetert. Wat telt is dat je direct hartmassage geeft door het borstbeen 5 cm diep in te drukken, minstens 100 keer per minuut, net zo lang tot de medische hulp aankomt. Dat is vermoeiend, maar niet ingewikkeld. Een kind kan dat leren.”
Beademen heeft alleen zin als dat gebeurt door iemand met kennis van zaken, anders doet die richtlijn meer kwaad dan goed. Dr. Frank Pauwels, sportarts en voorzitter van het kenniscentrum Gezond Sporten: “Getuige zijn van een hartstilstand is heftig. Zelfs als mensen ooit een reanimatiecursus hebben gevolgd, weten ze vaak niet meer hoe het ook al weer zat met die combinatie van hartmassage en beademen. Ze zijn bang iets verkeerds te doen en doen dan maar niets, terwijl de overlevingskans elke minuut 10% daalt.”
Ook het gebruik van een hartstarter wordt te complex voorgesteld. Dr. Teulingkx: “Zo’n ding legt zichzelf uit met pictogrammen en een computerstem. Iedereen kan en mag een hartstarter gebruiken. Opleiding is géén vereiste.”
Opleiding is geen vereiste
Deze 4 stappen zijn alles wat je moet weten en doen:
- Hou het veilig voor jezelf, bv. in het verkeer of in de buurt van water.
- Check of de luchtweg vrij is en het slachtoffer nog normaal ademt.
- Geen adem? Nu moet je 112 (laten) bellen en direct hartmassage geven door het borstbeen snel en diep in te drukken, op de maat van Staying Alive, óók als er medische hulp in aantocht is. Elke seconde telt!
- Laat een hartstarter halen, maar geef intussen alvast hartmassage.
Reanimatiecursussen voor vrijwilligers volstaan niet
Reanimatiecursussen zijn zeker nuttig. Trouwens, incidenten zoals dat met Christian Eriksen doen de vraag naar opleiding tijdelijk toenemen. Maar zelfs als die vraag zou vervijfvoudigen, dan nog blijft de kans klein dat er bij een hartstilstand toevallig een opgeleide helper in de buurt is. Om zoveel mogelijk mensen hartmassage aan te leren, moeten we ook inzetten op korte filmpjes die zo goed gemaakt zijn dat ze massaal worden gedeeld op social media.
Daarnaast moet hartmassage daadwerkelijk worden bijgebracht in het onderwijs. Sommige scholen doen dat al. Toch is het vaak moeilijk een externe lesgever (bv. van de brandweer) of een reanimatiepop te vinden, terwijl ook leraren LO of biologie hartmassage kunnen aanleren. De pop vervang je eventueel door een doosje van zoals bij Minipop of een plastic fles in een T-shirt:
De hele samenleving heeft baat bij méér mensen die hartmassage kunnen geven en een beter hartstarterbeleid. Jaarlijks krijgen immers meer dan 10.000 Belgen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Uiteindelijk heeft niet alleen Christian Eriksen maar élk slachtoffer recht op levensreddende hulp.
Dit persbericht wordt onderschreven door:
- Prof. dr. Hein Heidbuchel (UZ Antwerpen) en prof. dr. Guido Claessen (UZ Leuven), cardiologen en vertegenwoordigers van het Forum Sportcardiologie
- Dr. Jan Stroobants, urgentiearts (ZNA Middelheim) en voorzitter van de Belgische Vereniging van Spoedartsen (BeCEP)
- Dr. Wouter Van Den Bogaert (UZ Leuven), specialist gerechtelijke geneeskunde
- Dr. Tom Teulingkx, sportarts en voorzitter van SKA
- Dr. Frank Pauwels, sportarts en voorzitter van Gezond Sporten